19.09.2014 Views

Boude bewoordingen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Linschoten geeft weliswaar toe dat de experimentele situatie artefacten<br />

voortbrengt, maar meent dat die niet minder relevant zijn voor het dagelijkse<br />

leven dan artefacten die door andere, niet minder kunstmatige situaties<br />

worden voortgebracht, zoals de behandelkamer van een therapeut of de<br />

studeerkamer van een geleerde. Het beeld dat de fenomenologie van de<br />

mens schept, is een artefact van de fenomenologische methode. De fenomenoloog<br />

beschrijft de mens als een wonderlijk, mythologisch wezen dat<br />

in werkelijkheid niet bestaat. Het meest fundamentele punt van kritiek betreft<br />

echter Van den Bergs gedachte dat de mens een veranderlijke grootheid<br />

is. ‘Het komt mij wat onnozel voor,’ schrijft Linschoten, ‘te menen dat<br />

kinderen voor enkele eeuwen nog geen kinderen waren’ (p. 228). Een zekere<br />

fundamentele overeenkomst tussen mensen moet worden voorondersteld,<br />

gebaseerd op de ‘lichamelijke verwantschap van mensen uit verschillende<br />

tijden en culturen’. Gedragsmogelijkheden berusten op constante<br />

structuren en functies van het lichaam. ‘Het is op grond van de genetische<br />

constantie van het mensenlichaam,’ aldus Linschoten, ‘dat we ons zelfs in de<br />

oudste litteraturen van de wereld kunnen verplaatsen’ (p. 228). Uit observaties<br />

over gedrag en lijflijkheid van Aristoteles mogen we ‘op goede gronden<br />

concluderen’ dat mensen toen en nu identiek zijn:<br />

Dit identiek-zijn heeft betrekking op... de ‘fundamentele’ mens, op<br />

de lichamelijke grondslag van zijn functioneren... Het is niet het<br />

wisselende, maar het constante waar wetenschap in de eerste plaats<br />

interesse voor heeft. (p. 229)<br />

Deze passage is weinig overtuigend. Tegenover het metabletische postulaat<br />

dat de mens fundamenteel veranderlijk is, plaatst hij, op grond van<br />

vluchtig geraadpleegde bronnen, het postulaat dat de mens onveranderlijk<br />

is. Dat is niet minder dogmatisch dan zijn stelling dat wetenschap zich enkel<br />

voor het constante zou moeten interesseren. Strikt positivistisch geredeneerd<br />

kan een psychologie over de vraag of de mens op lange termijn<br />

veranderlijk of onveranderlijk is geen legitieme uitspraak doen. De positivistische<br />

psychologie bestudeert de mens voor zover hij niet verandert. Zij<br />

kan de geldigheid van haar eigen axioma’s niet bewijzen. In formuleringen<br />

als ‘het komt mij als onnozel voor’ beroept Linschoten zich bovendien op<br />

datgene waarvan wetenschappers zich volgens hem juist zouden moeten<br />

distantiëren, namelijk common sense. Beweringen als ‘de mens is onveranderlijk’<br />

zijn binnen het kader van een positivistische psychologie niet bewijsbaar.<br />

We kunnen hooguit stellen dat ze het noodzakelijke vertrekpunt<br />

vormen van een positivistische methode.<br />

Elke onderzoeker loopt het gevaar, aldus Linschoten, in plaats van veranderingen<br />

in het object (de effecten van) zijn eigen gedrag of vooroorde-<br />

150

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!