19.09.2014 Views

Boude bewoordingen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

sche vraag: ‘Kan het zijn dat deze auteurs niets zagen omdat er niets te zien<br />

was?’ (p. 30). Hij somt een reeks feiten op om dit vermoeden kracht bij te<br />

zetten. Blaise Pascal las de Elementen van Euclides als een kinderboek,<br />

schreef op twaalfjarige leeftijd een verhandeling over het geluid en op zestienjarige<br />

leeftijd een verhandeling over kegelsneden die door tijdgenoten<br />

werd geprezen. Heinrich Jung-Stilling las als elfjarige Luther en Calvijn.<br />

Het kind is, op een bepaald moment in de geschiedenis, kind geworden.<br />

Rousseau zag de volwassenwording, niet omdat hij beter keek, maar omdat<br />

er voor die tijd niets te zien viel. Wij zijn gewend om in het leven minstens<br />

twee fasen (kindertijd en volwassenheid) te onderscheiden. Tussen<br />

beide fasen bevindt zich een puberteit die sinds Rousseau steeds langduriger,<br />

steeds chronischer is geworden omdat de wereld der volwassenen steeds<br />

volwassener, complexer en ontoegankelijker werd – de adolescentie werd<br />

nodig. Puberteit is geen biologisch fenomeen, maar een antwoord op een<br />

verandering van wereld.<br />

Dan voegt Van den Berg een methodologische aanwijzing in. Er zijn<br />

twee manieren, stelt hij, om over het verleden te schrijven (p. 39). De eerste<br />

manier bestaat in een opsomming – van data, van feiten, bij voorkeur van<br />

jaartallen of aantallen. De tweede manier bestaat in het vertellen van een<br />

verhaal – een verhaal dat een concreet beeld schetst van het verleden en dat<br />

de lezer in staat stelt zich in dat verleden in te leven. In het eerste geval<br />

blijft het verleden iets uitwendigs, dat wij als het ware van buitenaf benaderen.<br />

In het tweede geval wordt het verleden toegankelijk, van binnenuit.<br />

Een belemmering, een distantie wordt weggenomen. Het feit wordt integraal<br />

onderdeel van een zinvolle samenhang, een beeld. Vervolgens contrasteren<br />

we het beeld van het verleden met dat van het heden. Heden en<br />

verleden verschijnen als contrastbeelden. In het verleden bestond de puberteit<br />

nog niet, er was nog geen cesuur of separatie tussen kindertijd en<br />

volwassenheid, er was slechts continuïteit. Het heden daarentegen vertoont<br />

discontinuïteit. Wij kunnen ons nauwelijks nog verplaatsen in de<br />

ontstellende continuïteit en stabiliteit van het verleden, aldus Van den<br />

Berg. De discontinuïteit van het heden belemmert de toegang tot het verleden.<br />

Nu leven wij in een complexe, polyvalente, meervoudige, onkinderlijke<br />

wereld – en dit vertraagt de volwassenwording (p. 45). Een chronische<br />

onzekerheid kenmerkt ons handelen. Daar komt bij dat in onze tijd<br />

niet de kindertijd maar juist de volwassenheid onzichtbaar is. In het verleden<br />

werden beroepen publiekelijk uitgeoefend, nu gebeurt dat in afgesloten<br />

ruimten. Kinderen zagen hun toekomstige beroep, werden uitgenodigd<br />

dit beroep te kiezen. Wie nu een opleiding kiest, kiest niets – een<br />

leegte waarvan de betrokkene zich geen beeld kan vormen. Het voorbeeld,<br />

het model, het patroon ontbreekt. In deze leemte ontstaat behoefte<br />

aan de psychologische test (schooltest, beroepstest, intelligentietest). In de<br />

69

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!