19.09.2014 Views

Boude bewoordingen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

heel in de stijl van Van den Berg. Zijn boek is, met andere woorden, geen<br />

psychologie zonder psycholoog. Linschoten is wel degelijk aanwezig, minder<br />

nadrukkelijk dan Van den Berg misschien, maar toch – zeker wanneer<br />

hij op p. 223 een bondige beschrijving geeft van een gemeenschappelijk<br />

toilet in een interneringskamp.<br />

De breuk met de fenomenologie bepaalt niettemin de stemming van het<br />

boek. Wie Idolen leest bemerkt spoedig het euforische gevoel van bevrijding<br />

dat zich van de auteur meester moet hebben gemaakt toen hij de fenomenologie<br />

van Buytendijk en Van den Berg vaarwel zei. Dit afscheid moet<br />

een enorme opluchting hebben betekend. Linschoten kon nu (net als Van<br />

den Berg in 1956) opnieuw beginnen. Zijn vroege dood maakte dit onmogelijk.<br />

In een gesprek dat ik met hem had noemde Van den Berg Idolen een<br />

agressief boek. Hij moet het dan ook een aantal keren ontgelden. Hij is Linschotens<br />

favoriete doelwit. Met name bekritiseert Linschoten Van den<br />

Bergs commentaar op het Kinsey-rapport over seksueel gedrag bij de human<br />

male en de human female dat Van den Berg ‘schaamteloos en onnozel tegelijk’<br />

had genoemd. Schaamteloos omdat het voorbij ging aan de betekenis<br />

van seksualiteit, onnozel omdat de auteur geloofde dat mensen en dieren in<br />

hun seksuele gedrag vergelijkbaar zijn en over seksualiteit schrijft alsof het<br />

een onderwerp is waarmee niemand van zijn lezers ooit kennis maakte<br />

(‘wetenschappelijk stuporisme’). Dat wil zeggen, Kinsey beschrijft seksualiteit<br />

van buitenaf, zonder de lezer op eigen ervaringen en interpretaties aan<br />

te spreken. Wat Kinsey zich evenmin realiseert, aldus Van den Berg, is dat<br />

een wetenschappelijke beschrijving van seksualiteit spoedig zelf als norm gaat<br />

functioneren. De mens is immers niet zomaar een object, maar zal zijn gedrag<br />

op grond van Kinsey’s beschrijvingen herzien. De mens antwoordt, in<br />

woord en daad, op wat er over hem geschreven wordt. Volgens Linschoten<br />

echter is dit een misverstand. De wetenschap speelt geen gedragsnormerende<br />

rol. Iedere lezer zal het rapport in overeenstemming met zijn eigen normen<br />

en waarden interpreteren, maar die interpretaties maken geen deel uit<br />

van de wetenschappelijke methode. Wetenschap is a-moreel. Linschoten<br />

vervolgt: ‘Nu wil ik het misverstand voorkomen dat het voorafgaande een<br />

persoonlijke aanval op J.H. van den Berg inhoudt. Aangevallen wordt een<br />

stellingname...’ (p. 81). Een stellingname die hij zelf nog in Persoon en wereld<br />

innam toen hij schreef dat Kinsey het persoon-zijn van de mens miskent en<br />

diens ‘geroepenheid door God tot een zondagse illusie maakt’ (p. 81). De<br />

psychologie, zo luidt nu Linschotens commentaar, heeft daar geen boodschap<br />

aan. Ook Idolen van de psycholoog is volgens Linschoten geen antwoord,<br />

geen handeling in het kader van een dialoog. De naam Van den Berg verwijst<br />

niet naar een concreet individu dat sympathie of agressie oproept, maar<br />

‘naar een verzameling teksten in de literatuurlijst aan het einde van dit<br />

boek’ (p. 82).<br />

149

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!