19.09.2014 Views

Boude bewoordingen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

presenteert zijn niet-euclidische inzichten in februari 1870 – op 18 juni is<br />

het dogma van de pauselijke onfeilbaarheid een feit. Het derde mariologische<br />

dogma, de lichamelijke tenhemelopneming, valt in het jaar van het<br />

eerste astronautencongres (1950). Van den Berg lijkt de feiten aan te passen<br />

aan zijn verwachtingen. Als ‘passend feit’ bij het dogma van de onfeilbaarheid<br />

wijst hij een voordracht van Klein aan, die in 1870 wordt uitgesproken,<br />

maar pas in 1871 wordt gepubliceerd. Had hij voor het jaar van publicatie<br />

gekozen, dan zou de gelijktijdigheid minder exact zijn geweest. Voor<br />

het dogma van de Mariatenhemelopneming valt de eerste ruimtereis te laat.<br />

Het eerste astronautencongres functioneert derhalve als Ersatz. De selectie<br />

van metabletische feiten komt niet onafhankelijk van de verwachtingen tot<br />

stand. De synchroniciteit bepaalt wat als ‘passend feit’ wordt aangewezen,<br />

welk feit als metabletisch significant wordt beschouwd.<br />

§ 7 Een onmogelijk einde<br />

De conclusie van Metabletica van de materie luidt dat abstracte meetkunde<br />

niet los staat van het dagelijkse menselijke bestaan. In 1740 wordt de wereld<br />

homogeen, zij verliest hoogte. Dit komt niet alleen in de architectuur,<br />

maar ook in de godsdienstpsychologie van Schleiermacher tot uitdrukking.<br />

De dimensie verticaliteit raakt in verval. Om de betekenis van metabletisch<br />

significante initiatieven in de jaren 1905 en 1906 te verhelderen neemt Van<br />

den Berg zijn toevlucht tot het schilderij De pilaarheilige van Willink. In dit<br />

kunstwerk is de niet-euclidische meetkunde van Klein werkzaam, aldus<br />

Van den Berg. De verandering de zich in de wiskunde voltrok, werd door<br />

Willink in de sfeer van het esthetische geïntroduceerd en heeft zich sindsdien<br />

ook in het alledaagse bestaan, in menselijke relaties genesteld. In een<br />

niet-euclidische ruimte bereiken therapeut en patiënt elkaar niet meer. Nu<br />

het einde van de studie in zicht komt, is sprake van een verandering van<br />

toon. Alsof hij twijfel en ongeduld wil compenseren, wordt zijn stijl<br />

geëxalteerd, emfatisch. Dit is bij Van den Berg een aankondiging van het<br />

feit dat het einde nadert. Het boek komt – letterlijk – aan zijn einde.<br />

Schrijver – en lezer – zijn vermoeid. De auteur probeert een wending ten<br />

goede af te dwingen. De meetkunde moet betekenis hebben voor het dagelijks<br />

leven, moet verband houden met het patroon van leven in een bepaalde<br />

tijd. Ook de wiskundige denkt en schrijft op een bepaald tijdstip in de<br />

menselijke geschiedenis. De conclusie wordt herhaaldelijk aangekondigd,<br />

maar dan toch weer uitgesteld. De ontknoping stelt teleur. Zij is absent: ‘Ik<br />

vraag de lezer de gedachtegang van Klein nog eens te voltrekken...’ (p.<br />

424). De auteur toont ons nogmaals het schilderij van Willink. Men herkent<br />

in dit schilderij ‘gemakkelijk’ de projectieve meetkunde van Klein,<br />

250

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!