19.09.2014 Views

Boude bewoordingen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

een unieke verzameling materiaal over de geschiedenis van de geneeskunde<br />

herbergt. Deze bibliotheek wordt voor Foucault wat de Athenaeum-bibliotheek<br />

te Deventer en de kloosterbibliotheek te Alverna voor Van den Berg<br />

zijn geweest toen hij aan zijn tweedelige geschiedenis van de geneeskunde<br />

en van het menselijke lichaam werkte. Foucault schrijft er zijn Geschiedenis<br />

van de waanzin (1961/1972), maar de reacties op dit boek stellen hem teleur.<br />

Het is een academisch werk, gewijd aan een epistemologische vraagstelling,<br />

waarmee in feite de universitaire traditie van Bachelard en Canguilhem<br />

wordt voortgezet. Het grote publiek weet hij er (nog) niet mee te bereiken.<br />

Pas later, dat wil zeggen na 1968, wordt het boek door maatschappelijke bewegingen<br />

geannexeerd en van een politieke lading voorzien. Na zijn terugkeer<br />

uit Uppsala gaat hij weer college geven over psychoanalyse, Rorschachtest<br />

en waarnemingspsychologie. Intussen werkt hij aan De geboorte van de kliniek<br />

(1963) en De woorden en de dingen (1966). Laatstgenoemde boek wordt (volkomen<br />

onverwacht) een eclatant succes. Het is voor Foucault wat Metabletica<br />

(1956) voor Van den Berg was – een boek dat de auteur rond zijn veertigste<br />

levensjaar schrijft, dat door vakgenoten als radicaal vernieuwend wordt ervaren<br />

en waarmee hij een omvangrijk en eigen publiek weet te bereiken.<br />

Zoals Van den Berg het tweede deel van Het menselijk lichaam uit 1961<br />

opent met een analyse van een schilderij van Brueghel, zo begint Foucault<br />

zijn boek met een analyse van een schilderij van Velazquez. Er worden<br />

meer dan honderdduizend exemplaren van verkocht (oplagecijfers die vergelijkbaar<br />

zijn met die van Van den Bergs Metabletica, waarvan ruim 80.000<br />

exemplaren over de toonbank gingen). Foucault is een auteur.<br />

§ 3 Geschiedenis van de waanzin<br />

Het ligt voor de hand de ‘vergelijkende anatomie’ tussen Van den Berg en<br />

Foucault te laten beginnen bij de psychiatrie. Van den Bergs meest psychiatrische<br />

boek, namelijk Kleine psychiatrie uit 1966, is echter ook meteen<br />

zijn minst metabletische, zijn minst fenomenologische publicatie. Hij was,<br />

zo lijkt het, teveel psychiater om zijn eigen vakgebied aan een filosofischfenomenologische<br />

behandeling te onderwerpen. Hij kiest in dit boek niet<br />

voor een historische, maar voor een traditionele, dat wil zeggen classificerende<br />

benadering. Psychiatrische ziektebeelden – schizofrenie, epilepsie,<br />

manisch-depressieve psychose, toxicomanie, catatonie, oligofrenie, enzovoort<br />

– worden één voor één besproken, geheel in de traditie van het psychiatrische<br />

handboek. Historische verwijzingen betreffen uitsluitend prominente<br />

psychiaters: Kraepelin, Bleuler, Esquirol. Geïnteresseerde lezers<br />

worden doorverwezen naar standaardboeken van Ey, Henderson en Gillespie.<br />

De psychiatrische patiënt is in dit boek maximaal patiënt, maximaal<br />

295

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!