19.09.2014 Views

Boude bewoordingen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

wereld zich terugtrekt, kan zó naast vroege fenomenologische publicaties<br />

van Van den Berg worden gelegd op grond van stijl, opbouw en bronnenmateriaal.<br />

Zinsbouw, spelling en woordkeus ademen de sfeer van kalmte<br />

en gelatenheid die kenmerkend was voor die tijd en voor dat genre. Wie<br />

een psychologisch handboek raadpleegt omdat hij problemen heeft met<br />

inslapen, aldus Linschoten (1952), zal tot zijn verbazing ontdekken dat dit<br />

zo alledaagse fenomeen daarin niet behandeld wordt. ‘Waarom wordt aan<br />

een zo belangrijk onderwerp als het iedere avond terugkerende – of uitblijvende<br />

– inslapen zo weinig aandacht besteed?’ (1951, p. 208). Een typisch<br />

fenomenologische vraag. Fenomenologie, aldus Linschoten, richt<br />

zich op de explicatie van de intentionele relatie tussen persoon en wereld<br />

(p. 210). Zij wil een gesprek aangaan met het fenomeen om het in zijn<br />

wezensstuctuur te doorzien. De experimenteel-psychologische literatuur<br />

biedt daartoe weinig aanknopingspunten omdat zij het fenomeen van meet<br />

af aan ‘vervalst’ door zich uitsluitend te richten op de innerlijke, slechts via<br />

introspectie toegankelijke gebeurtenissen. Ze verzuimt het inslapen te begrijpen<br />

als een relatie tussen persoon en wereld. Niet zozeer het subject,<br />

schrijft Linschoten, maar de wereld zelf slaapt in. Hij beroept zich op literaire<br />

bronnen en filosofen (Husserl, Sartre, Bachelard). Inslapen betekent<br />

niet dat wij geen prikkels meer ontvangen. De wereld zelf verstilt en verduistert.<br />

Inslapen is een act van overgave. Een rest aan interesse in de wereld<br />

blijft niettemin altijd bestaan. De wereld wordt zeldzaam stil, maar<br />

deze stilte is niet het ontbreken van geluid, het is een positief fenomeen.<br />

Wij stellen ons wat dat aangaat ‘op het standpunt van Van den Berg’,<br />

schrijft Linschoten (p. 216). Samen met Van den Berg bezorgt hij in 1953<br />

de bundel Persoon en wereld die eerder werd besproken.<br />

In 1959 verschijnt zijn belangrijkste fenomenologische publicatie, opgedragen<br />

aan ‘mijn leermeester prof. dr. F.J.J. Buytendijk’, getiteld Op weg<br />

naar een fenomenologische psychologie, waarin hij William James als een fenomenoloog<br />

interpreteert. In feite gebruikt hij dezelfde bronnen als Van den<br />

Berg: Wundt, Locke, Müller, Brentano, Sartre, Husserl, Bergson, Buytendijk,<br />

Merleau-Ponty en anderen. Is psychologie een verklarende (fysiologische)<br />

of een beschrijvende (fenomenologische) wetenschap? In theorie<br />

verdedigt James het eerste standpunt, aldus Linschoten, maar de facto, dat<br />

wil zeggen als auteur, beoefent hij de psychologie als een beschrijvende<br />

wetenschap, als een ‘impliciete’ fenomenologie (p. 43). Linschoten bekritiseert<br />

de waarnemingspsychologie van Locke en Wundt door zich op de<br />

alledaagse ervaring te beroepen. De toeschouwer is actief, beweegt, tast<br />

het voorwerp af, met zijn handen en zijn blik. Hij is niet passief. James<br />

streefde methodisch pluralisme na, dat wil zeggen een psychologie die beschrijvende<br />

en verklarende momenten van wetenschap in hun onderlinge<br />

samenhang beschouwde (p. 232).<br />

145

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!