Boude bewoordingen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
en lakse arbeiders, uit enthousiaste arbeiders en arbeiders die een werkplaats<br />
eigenlijk niets zei. De intelligente, toegewijde, vlijtige arbeider, aldus<br />
Van den Berg, werd in de regel de mogelijkheid geboden zichzelf te<br />
verbeteren, aan de massa te ontstijgen, zich te bekwamen, zich met zijn<br />
werk te engageren. De bezittende klasse nodigde daartoe uit, in een tijd<br />
waarin de techniek zich spectaculair ontwikkelde. Wie Marx leest krijgt al<br />
snel de indruk dat hij, als trouwe dagelijkse bezoeker van de bibliotheek in<br />
het British Museum, de werkelijke arbeider niet gekend heeft. Hij noemde<br />
hen proletariërs, mensen die niets hebben. De arbeider van Bessemer, de<br />
werkelijke arbeider, beantwoordde daar niet aan. Zoals Marx ze beschrijft,<br />
zo waren de arbeiders niet:<br />
Marx wekt niet de indruk de arbeider in zijn arbeid gadegeslagen te<br />
hebben. Marx hield van studeren, schrijven, dag na dag, jaar na jaar,<br />
op een vaste, veilige stoel in het British Museum ... een eenling, die<br />
weinig om anderen gaf. Een fanatiek kamergeleerde. (p. 142)<br />
Hij was een lezer, een schrijver. Dag na dag maakte hij zijn aantekeningen,<br />
zelden of nooit zette hij voet in een fabriek. Hij citeerde de door hem geraadpleegde<br />
auteurs nauwgezet, maar bezocht nooit fabrieken of woonkazernes<br />
om te zien hoe het er in werkelijkheid toeging, hoe de arbeider, zijn<br />
vrouw en hun kinderen leefden, aldus Van den Berg (p. 223). Hij leerde<br />
enkel de politieke vertegenwoordigers van de arbeidersbeweging kennen.<br />
Hij was in theorieën, niet in mensen, niet in arbeiders geïnteresseerd. Door<br />
de arbeider als onderdrukte proleet te beschrijven, deed hij de werkelijk<br />
bestaande arbeider ernstig onrecht. In werkelijkheid was arbeid in de negentiende<br />
eeuw een indrukwekkend titanenwerk geworden. De stoker en<br />
de machinist werden, wanneer zij op het perron arriveerden, door de omstanders<br />
bewonderd. Niemand zou deze ‘goden van de trein’ met proleten<br />
hebben vergeleken, aldus Van den Berg (p. 147). Ze waren trots op hun<br />
vak, in de ban van het geweldige vervoersmiddel, bezeten van de trein die<br />
zij bedienden. Maar Marx, die deze arbeiders niet kende, bleef halsstarrig<br />
volharden in zijn beschrijving van het fenomeen arbeid in termen van onderdrukking<br />
en strijd. Zelf behoorde hij tot de klasse der bezittenden,<br />
evenals Engels, mede-eigenaar van de firma Ermen en Engels te Manchester.<br />
Marx, aldus Van den Berg, was niet geïnteresseerd in mensen. Hij was<br />
gefascineerd door het ding. Boven het eerste hoofdstuk van de Kritik der politischen<br />
Ökonomie staat het woord Die Ware en boven het eerste hoofdstuk<br />
van Das Kapital, deel I staat hetzelfde woord (p. 143). Het geheimzinnige<br />
ding, dat gestolde arbeidstijd concretiseert en incarneert, dat is Marx’ eigenlijke<br />
object. Het veranderde aanzien van het ding, dat is wat Marx, als<br />
geen ander, gezien heeft. De arbeider daarentegen heeft hij nooit in leven-<br />
175