19.09.2014 Views

Boude bewoordingen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Na deze publicatie wordt het stil. In 1963 verschijnt Die Unumgänglichkeit<br />

der Phänomenologie, waarin opnieuw het methodisch pluralisme wordt verdedigd,<br />

al heeft er een accentverschuiving plaatsgevonden. Kwantificering,<br />

reductionisme en formalisering zijn mogelijk en legitiem, schrijft Linschoten<br />

nu, maar hij geeft de fenomenologie niet prijs. Dan volgt – tamelijk<br />

abrupt – wat wel Linschotens ‘apostase’ is genoemd, het boek Idolen van de<br />

psycholoog, waarin het bestaansrecht van fenomenologie (zeker ook van<br />

metabletica) wordt bestreden. Het methodisch pluralisme heeft afgedaan.<br />

In een gesprek dat ik met Van den Berg had omschreef hij de situatie als<br />

volgt: ‘Opeens lag er dat boek’.<br />

Toch schreef Linschoten al in 1957 een kritische recensie over het boek<br />

Metabletica van Van den Berg en was hij al begonnen de empirisch-verklarende<br />

benadering tegen fenomenologische kritiek te verdedigen. Linschoten<br />

formuleert drie punten van kritiek. Om te beginnen bekritiseert hij<br />

Van den Bergs standpunt dat wetenschap een ‘emotionele aangelegenheid’<br />

zou zijn. Emoties, aldus Linschoten, horen thuis in het natuurlijke en alledaagse<br />

handelen, maar wetenschap begint daar waar men erin slaagt deze<br />

emoties te onderdrukken. Het begin van wetenschap is inhibitie van spontane<br />

bewogenheid. In de tweede plaats betoogt hij dat geschiedenis naast<br />

verandering ook continuïteit laat zien. Ook vroegere generaties waren<br />

mensen, en de psychologie, aldus Linschoten, is het om het algemeenmenselijke,<br />

het constante in de mens te doen. Bovendien acht hij metabletisch<br />

onderzoek oncontroleerbaar. Van den Berg beroept zich op ervaringen<br />

en inzichten die niet toegankelijk of navolgbaar zijn voor iedereen.<br />

Het is een ‘boeiende wandeling’, maar geen wetenschap. Sterker nog, metabletica<br />

‘ontkent de mogelijkheid van wetenschap’ (p. 508). De kritiek die<br />

Linschoten in deze recensie formuleert maakt een nog weinig uitgewerkte<br />

indruk, wellicht omdat hij zelf nog in onzekerheid verkeert omtrent zijn<br />

eigen methodologische positie. In het artikel Psychologie en fenomenologie uit<br />

1963 daarentegen neemt hij al duidelijker stelling. De positivistische psychologie<br />

moet volgens Husserl weliswaar als een fenomeen van verval worden<br />

uitgelegd, maar de facto boekt zij succes. Daarom is Linschoten nu ‘veel<br />

minder dan voor enige jaren bereid, een radicaal fenomenologische opzet<br />

van de psychologie voor te staan’ (p. 113). De afwijzing van het behaviourisme<br />

berust zijns inziens op een ‘wijsgerige opvatting’ die zich niets gelegen<br />

laat liggen aan de feitelijke bruikbaarheid van dit model. Volgens de<br />

fenomenologie is het onmogelijk een fenomeen zoals taal te bestuderen<br />

zonder het betekenisaspect in het onderzoek te betrekken. Ook teksten van<br />

fenomenologen beantwoorden echter aan bepaalde kwantitatieve wetten<br />

die geheel los staan van de betekenis van de tekst. Betekent dit dat de empirisch-verklarende<br />

psychologie de mens geweld aandoet? Linschoten ontkent<br />

dit. Men doet muziek geen geweld aan door een bepaald muziekstuk<br />

146

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!