19.09.2014 Views

Boude bewoordingen

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Husserl en Freud begint en waartoe ook auteurs als Bachelard, Foucault en<br />

Sloterdijk kunnen worden gerekend.<br />

Van den Bergs ‘subjectwetenschap’ is de metabletica, soms ook de fenomenologie<br />

in een meer traditionele zin, maar de objectwetenschap van zijn<br />

onderzoek varieert. Zijn vroege metabletische studies zijn in de regel aan<br />

één objectwetenschap gewijd, later wordt het perspectief verbreed. Zijn<br />

eigen discipline, de geneeskunde, krijgt verreweg de meeste aandacht.<br />

Hieraan zijn Hoofdstuk 1 en 3 gewijd. Daarnaast heeft Van den Berg vooral<br />

aandacht gehad voor de psychologie (Hoofdstuk 2 en 4), de biologie<br />

(Hoofdstuk 5 en 6) en de wiskunde (Hoofdstuk 7).<br />

De studie begint in media res, namelijk bij de bestseller Medische macht en<br />

medische ethiek uit 1969, het omslagpunt tussen het vroege (fase 1 en 2) en<br />

het latere werk (fase 3 en 4), het boek waarin het accent verschuift van historisch<br />

onderzoek naar actualiteitskritiek. Objectwetenschap is de geneeskunde,<br />

meer in het bijzonder de medische ethiek. Behalve de tekst zelf zal<br />

ik ook de ‘omgeving’ ervan bespreken: de medisch-ethische discussie zoals<br />

die in de jaren zestig in Nederland werd gevoerd. Ik zal de tekst niet alleen<br />

beschrijven, maar ook beoordelen en tot slot zal een begin worden gemaakt<br />

met de ‘vergelijkende anatomie’ in de vorm van een vergelijking<br />

met het werk van Freud.<br />

In Hoofdstuk 2 bespreek ik de eerste metabletische studie die Van den<br />

Berg publiceerde, het boek Metabletica uit 1956. Objectwetenschap is de<br />

psychologie. Ik zal uitvoerig ingaan op de fenomenologie als intellectuele<br />

achtergrond van de metabletica, met name op het werk van Husserl. In<br />

Hoofdstuk 3 speelt de geneeskunde andermaal de rol van objectwetenschap.<br />

De nadruk verschuift geleidelijk van een diachrone naar een synchrone<br />

oriëntatie. Van den Berg raakt meer en meer in ‘synchronismen’ geïnteresseerd.<br />

Aan het slot van het hoofdstuk kom ik op de vergelijking met Husserl<br />

en Freud terug. De daaropvolgende hoofdstukken zijn op vergelijkbare wijze<br />

opgebouwd. Hoofdstuk 4 gaat in op de relatie tussen metabletica, experimentele<br />

psychologie en psychoanalyse, Hoofdstuk 5 op de betekenis die Van<br />

den Berg aan het werk van Darwin toekent. Hoofdstuk 6 is gewijd aan de<br />

verzakelijking van de achttiende-eeuwse natuurwetenschap, door Van den<br />

Berg als ‘de strijd tegen het wonderbaarlijke’ aangeduid, terwijl Hoofdstuk 7<br />

de complexe relatie tussen wiskunde, architectuur en spiritualiteit bespreekt<br />

zoals die door Van den Berg in lijvige studies wordt uitgewerkt. Hoofdstuk 8<br />

onderzoekt de verwantschap tussen Van den Berg en Foucault.<br />

Ook waar het historische tijdperken betreft is sprake van een zekere<br />

verdeling. De zeventiende eeuw komt voornamelijk aan de orde in<br />

Hoofdstuk 3, de achttiende in Hoofdstuk 6, de negentiende in Hoofdstuk<br />

5. Elk hoofdstuk wordt afgerond met een vergelijking met andere auteurs:<br />

Lacan en Linschoten (Hoofdstuk 4), Bachelard en Jung (Hoofdstuk 6),<br />

37

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!