02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Nr. 3 - 5.1.09 HOF VAN CASSATIE 9<br />

dat overeenstemt met de duur van het op dat ogenblik nog te lopen gedeelte van de opzeggingstermijn<br />

waarop de werknemer aanspraak kan maken<br />

- de rechter bij het bepalen van de opzeggingstermijn die bij de opzegging in acht<br />

moest genomen worden, geen rekening mag houden met omstandigheden die zich na de<br />

opzegging hebben voorgedaan<br />

- dat het arrest de opzeggingstermijn waarop eiser bij de opzegging aanspraak kon<br />

maken en de eraan verbonden opzeggingsvergoeding waarop eiser gerechtigd is bepaalt<br />

met inachtneming van omstandigheden van na de opzegging en het zodoende de aangehaalde<br />

wetsbepalingen schendt.<br />

3.6.3. In de zaak die aanleiding gaf tot het arrest van uw Hof van 14 april 2003<br />

17<br />

werd<br />

een bediende opgezegd door de werkgever met een opzeggingstermijn van negen<br />

maanden, terwijl de bediende oordeelde dat hij recht had op een aanvullende termijn van<br />

zes maanden. Er wordt gedagvaard in betaling van een aanvullende opzeggingsvergoeding<br />

zonder dat dan contractbreuk wordt ingeroepen.<br />

Lopende de gegeven opzeggingstermijn roept de bediende contractbreuk in omdat de<br />

werkgever eenzijdig de functie van de werknemer had gewijzigd.<br />

De eerste rechter oordeelde, zonder te onderzoeken of de vaststelling van de vermeende<br />

contractbreuk al dan niet terecht was, dat het recht op de gevorderde<br />

opzeggingsvergoeding niet meer kan beïnvloed worden door gebeurtenissen die zich<br />

voordoen na de kennisgeving van de opzegging.<br />

Het arbeidshof daarentegen oordeelde dat de werknemer ten onrechte contactbreuk<br />

inriep ten aanzien van de werkgever en de werknemer op die datum onrechtmatig, op<br />

onregelmatige wijze de arbeidsovereenkomst heeft beëindigd zodat de werknemer vanaf<br />

die datum zijn rechten op een aanvullende opzeggingsvergoeding verliest.<br />

Uw Hof vernietigde dit arrest en oordeelde dat<br />

- als een bediende ontslagen wordt met een opzeggingstermijn die korter is dan die<br />

waarop hij aanspraak kan maken, het recht van de bediende op een aanvullende opzeggingsvergoeding<br />

wegens deze onregelmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst<br />

ontstaat op het ogenblik van de kennisgeving van de opzegging, hoewel de arbeidsovereenkomst<br />

nog tijdens de in acht genomen opzeggingstermijn blijft voortbestaan;<br />

- dat dit recht van de bediende niet kan beïnvloed worden door latere gebeurtenissen;<br />

- dat, ingeval van onregelmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de<br />

bediende, tijdens de door de werkgever in acht genomen opzeggingstermijn, de bediende<br />

aan de werkgever een opzeggingsvergoeding verschuldigd is;<br />

- dat deze vergoeding gelijk is aan het lopend loon dat overeenstemt met de opzeggingstermijn<br />

die de bediende in acht diende te nemen, weliswaar er van uitgaande dat de<br />

arbeidsovereenkomst alleszins ten einde kwam op het ogenblik dat de voorheen door de<br />

werkgever in acht genomen opzeggingstermijn zou verlopen zijn;<br />

- dat de onregelmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de bediende<br />

tijdens de door de werkgever in acht genomen te korte opzeggingstermijn, geen invloed<br />

heeft op het verworven recht van de bediende op de aanvullende forfaitaire opzeggingsvergoeding<br />

wegens de vroegere onregelmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst<br />

door de werkgever.<br />

3.6.4. Het recht op aanvullende opzeggingsvergoeding heeft evenwel geen reden van<br />

bestaan meer wanneer de opzeggingstermijn binnen de termijn waarvan kennis werd<br />

gegeven, in onderling akkoord wordt verlengd. 18 Indien beide partijen erkennen dat de<br />

gegeven opzeggingstermijn te kort is, kan de einddatum van de opzeggingstermijn enkel<br />

door onderling akkoord verdaagd worden. Dit akkoord moet slaan zowel op het beginsel<br />

van de verlenging als op de duur ervan. Indien dergelijk akkoord niet kan bereikt worden,<br />

17 Cass. 14 april 2003, AR S.02.0028.N; <strong>AC</strong> 2003, nr.253.<br />

18 Cass. 4 juni 1975, Arr. Cass. 1975, 1057.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!