02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Nr. 32 - 14.1.09 HOF VAN CASSATIE 127<br />

zijn gesteld en niet tot staving van een schuldigverklaring, en die zich ertoe<br />

beperkt voorlopig geen geloof te hechten aan de uitleg van de eiser, miskent het<br />

algemeen rechtsbeginsel van het vermoeden van onschuld niet.<br />

Het onderdeel kan niet worden aangenomen.<br />

Tweede onderdeel<br />

Volgens het proces-verbaal van de rechtszitting van 12 december 2008 heeft<br />

de eiser uiteengezet dat hij onder bedreiging ertoe was gedwongen de verdovende<br />

middelen die bij zijn terugkeer uit verlof op hem zijn gevonden, de gevangenis<br />

binnen te brengen.<br />

Op dat verweer antwoordt het vonnis dat de ingeroepen druk in deze fase niet<br />

bewezen is.<br />

De strafuitvoeringsrechtbank die aldus heeft vastgesteld dat de bewering van<br />

de eiser momenteel geen geloofwaardige elementen bevatte, omkleedt haar<br />

beslissing regelmatig met redenen.<br />

Het onderdeel mist feitelijke grondslag.<br />

Derde middel<br />

Eerste onderdeel<br />

Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, met name het opsluitingbriefje,<br />

blijkt dat de eiser verschillende correctionele hoofdgevangenisstraffen<br />

uitzit waarvan het totaal vijf jaar overschrijdt.<br />

Het onderdeel dat op de bewering van het tegendeel berust, mist feitelijke<br />

grondslag.<br />

Tweede onderdeel<br />

In strafzaken bestaat geen algemeen rechtsbeginsel "van evenredigheid".<br />

Het onderdeel faalt naar recht.<br />

Prejudiciële vraag<br />

Krachtens artikel 97, §3, tweede lid, van de wet van 17 mei 2006, moet het<br />

Hof binnen dertig dagen uitspraak doen over het cassatieberoep, met dien<br />

verstande dat de veroordeelde inmiddels opgesloten blijft.<br />

De korte duur van de termijn die het Hof is opgelegd om over het cassatieberoep<br />

uitspraak te doen en de omstandigheid dat de veroordeelde inmiddels opgesloten<br />

blijft, zijn geen reden om een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk<br />

Hof te stellen.<br />

Ambtshalve onderzoek van de beslissing over de strafvordering<br />

De substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven rechtsvormen zijn<br />

in acht genomen en de beslissing is overeenkomstig de wet gewezen.<br />

Dictum

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!