02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nr. 61 - 23.1.09 HOF VAN CASSATIE 245<br />

gepleit over een tussengeschil nopens de rechtspleging, terwijl de verzoeker de tegen die<br />

magistraat aangevoerde wrakingsgronden toen reeds kende, en zonder dat een nieuwe<br />

wrakingsgrond wordt aangevoerd die zou ontstaan zijn nadat de verzoeker over dit<br />

tussengeschil had gepleit, is niet ontvankelijk 1 . (Art. 833, Ger.W.)<br />

(KINEPOLIS GROEP nv)<br />

ARREST<br />

(A.R. C.09.0008.N)<br />

I. VERZOEK TOT WRAKING<br />

Het verzoek tot wraking, waarvan een afschrift aan dit arrest is gehecht, werd<br />

neergelegd op de griffie van het Hof van Beroep te Brussel op 6 januari <strong>2009</strong>.<br />

Het is ondertekend door een advocaat die meer dan tien jaar bij de balie is ingeschreven.<br />

De magistraten wiens wraking gevorderd wordt, hebben op 6 en 7 januari <strong>2009</strong><br />

de bij artikel 836, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, voorgeschreven<br />

verklaring gedaan, volgens welke kamervoorzitter Paul Blondeel weigert zich<br />

van de zaak te onthouden en de raadsheren Koenraad Moens en Catharina Van<br />

Santvliet verklaren dat het verzoek ten hunne opzichte zonder voorwerp is, daar<br />

zij geen deel uitmaken of meer uitmaken van de achttiende kamer van het Hof<br />

van Beroep te Brussel en ook geen bijzondere opdracht hebben gekregen om<br />

zitting te houden in de zaak.<br />

II. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF<br />

Raadsheer Alain Smetryns heeft verslag uitgebracht.<br />

Advocaat-generaal Christian Vandewal heeft geconcludeerd.<br />

III. BESLISSING VAN HET HOF<br />

1. De verzoekster vordert de wraking van kamervoorzitter Paul Blondeel en<br />

van de raadsheren Koenraad Moens en Catherine Van Santvliet op grond van de<br />

artikelen 828, 1°, en 828, 9°, van het Gerechtelijk Wetboek om reden dat deze<br />

magistraten eerder van datzelfde geschil reeds kennis zouden hebben genomen,<br />

minstens niet zouden beschikken over de vereiste onpartijdigheid en objectiviteit.<br />

2. Krachtens artikel 833 van het Gerechtelijk Wetboek, moet hij die een<br />

wraking wil voordragen dit doen voor de aanvang van de pleidooien, ook van die<br />

welke betrekking hebben op de tussengeschillen over de rechtspleging, tenzij de<br />

wrakingsgronden daarna zijn tussengekomen.<br />

3. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan volgt dat de verzoekster<br />

in de zaak AR 2008/MR/22 op 20 november 2008 een conclusie heeft neergelegd,<br />

waarbij zij niet alleen vorderde dat de zaak overeenkomstig het artikel 88,<br />

§2 juncto het artikel 109 van het Gerechtelijk Wetboek door de eerste voorzitter<br />

zou worden toebedeeld aan een andere kamer dan de achttiende kamer, maar, in<br />

ondergeschikte orde, ook dat de achttiende kamer door tussenkomst van de<br />

1 Zie Cass., 26 dec. 20<strong>01</strong>, AR P.<strong>01</strong>.1716.F, <strong>AC</strong>, 20<strong>01</strong>, nr. 722.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!