02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

336 HOF VAN CASSATIE 30.1.09 - Nr. 81<br />

vergoeding van alle schade.<br />

Artikel 1612 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat wanneer een uitvoerend beslag<br />

op (een) onroerend goed doorgehaald is, de meest gerede van de latere beslagleggers zijn<br />

beslag kan voortzetten, al heeft hij zich niet de eerste aangemeld voor de overschrijving.<br />

Deze laatste bepaling vindt eveneens toepassing in de hypothese dat het beslag reeds op<br />

een rechtsgeldige wijze werd opgeheven, doch de doorhaling van dit beslag nog niet<br />

plaatsvond.<br />

De opheffing van het beslag beëindigt immers het beslag, ongeacht of dit beslag al dan<br />

niet werd doorgehaald. De opheffing zelf van het beslag is niet aan bepaalde vormvoorwaarden<br />

onderworpen (de artikelen 92 van de Hypotheekwet en 1441, 1577 en 1584 van<br />

het Gerechtelijk Wetboek). De schuldenaar herneemt de volledige beschikking over zijn<br />

goederen eens de schuldeiser zijn wil tot opheffing van het beslag ter kennis heeft<br />

gebracht.<br />

Uit voormelde bepalingen volgt dat de indeplaatsstelling niet meer mogelijk is indien<br />

de oorspronkelijke beslaglegger ingestemd heeft met de opheffing van het beslag, zelfs<br />

indien het beslag niet werd doorgehaald.<br />

Door te beslissen dat de indeplaatsstelling mogelijk was zolang er geen doorhaling van<br />

inschrijving van het beslag was, schendt de bestreden beschikking dan ook de in het<br />

middel genoemde bepalingen.<br />

Zaak C.06.0022.N<br />

De eisers voeren twee middelen aan.<br />

Eerste middel<br />

Geschonden wettelijke bepalingen<br />

- de artikelen 1610 en 1624, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek.<br />

Aangevochten beslissingen<br />

De appelrechters verklaren het door de eisers ingestelde hoger beroep ontvankelijk op<br />

grond van de volgende motieven:<br />

"Bij de bestreden beschikking van de beslagrechter in de Rechtbank van Eerste Aanleg<br />

te Hasselt van 24 december 2002, waarvan geen akte van betekening wordt voorgebracht,<br />

werd de vordering (tot inwilliging van het verzet van de tot bindendverklaring van het<br />

arrest opgeroepen partij) afgewezen. (...) Het hoger beroep werd regelmatig naar vorm en<br />

termijn ingesteld bij verzoekschrift ingediend op 28 februari 2003".<br />

Grieven<br />

Artikel 1610 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de indeplaatsstelling wordt<br />

toegestaan op verzoekschrift, ingediend bij de rechter door enige andere schuldeiser die<br />

beslag heeft gelegd op dezelfde goederen, wanneer de vervolger een formaliteit niet heeft<br />

vervuld of een proceshandeling niet heeft verricht binnen de voorgeschreven termijnen of<br />

indien er bedrog, verstandhouding of nalatigheid bestaat, in dit geval onverminderd<br />

vergoeding van alle schade.<br />

Overeenkomstig artikel 1624, tweede lid, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek, kan hoger<br />

beroep niet worden ingesteld tegen vonnissen of beschikkingen, gewezen op de vordering<br />

tot indeplaatsstelling tegen de vervolgende partij, tenzij die vordering is ingesteld wegens<br />

verstandhouding of bedrog.<br />

De beschikking van 24 december 2002 van de beslagrechter van de Rechtbank van<br />

Eerste Aanleg te Hasselt verklaarde het door de partij tot bindendverklaring van het arrest<br />

opgeroepen partij ingestelde derdenverzet ongegrond en bevestigde derhalve de beslissing

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!