02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

24 HOF VAN CASSATIE 5.1.09 - Nr. 5<br />

bediende op dat ogenblik bestaande kans om een gelijkwaardige, passende betrekking<br />

te vinden, gelet op zijn leeftijd, zijn anciënniteit in het bedrijf en zijn functie 1 . (Artt. 39, §1,<br />

en 82, §3, Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978)<br />

2º Voor het bepalen van de hoegrootheid van de opzeggingsvergoeding mag, gelet op het<br />

forfaitair karakter ervan, geen rekening gehouden worden met omstandigheden die zich<br />

na de kennisgeving van het ontslag of na de vaststelling van de onregelmatige<br />

beëindiging van de overeenkomst hebben voorgedaan 2 . (Artt. 39, §1, en 82, §3,<br />

Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978)<br />

(V. T. EGEMIN nv)<br />

ARREST<br />

(A.R. S.08.0086.N)<br />

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF<br />

Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 16 maart 2007 gewezen door<br />

het Arbeidshof te Gent.<br />

Afdelingsvoorzitter Robert Boes heeft verslag uitgebracht.<br />

Advocaat-generaal Ria Mortier heeft geconcludeerd.<br />

II. CASSATIEMIDDELEN<br />

De eiser voert in zijn verzoekschrift twee middelen aan.<br />

1. Eerste middel<br />

Geschonden wettelijke bepalingen<br />

- de artikelen 39, §1, 82, §2, eerste en tweede lid, §3, eerste en tweede lid, en, voor<br />

zoveel als nodig, §4, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.<br />

Aangevochten beslissing<br />

In de bestreden beslissing verklaart het arbeidshof, recht sprekend over de vordering<br />

van de eiser tot het verkrijgen van een opzeggingsvergoeding, het hoger beroep van de<br />

eiser slechts gedeeltelijk gegrond. Opnieuw recht doende, veroordeelt het arbeidshof de<br />

verweerster tot betaling aan de eiser van een brutobedrag van 28.246,25 euro als opzeggingsvergoeding.<br />

De beslissing van het arbeidshof om het bedrag van de door de verweerster<br />

verschuldigde opzeggingsvergoeding te bepalen op 28.246,25 euro, is gesteund op de<br />

volgende motieven:<br />

"b. Nopens de begroting van de opzeggingsvergoeding:<br />

1. De (verweerster) is dus, conform artikel 39, §1, van de wet van 3 juli 1978 betreffende<br />

de arbeidsovereenkomsten, een vergoeding verschuldigd aan de (eiser; het<br />

arbeidshof vermeldt verkeerdelijk 'verweerster'). De (verweerster) is derhalve gehouden<br />

tot betaling aan de (eiser) van een opzeggingsvergoeding en niet omgekeerd.<br />

2. Het arbeidshof hanteert geen schalen of formules (zie stuk II/16 (van de eiser)), die<br />

trouwens geen enkele wettelijke basis hebben, maar houdt rekening met de concrete<br />

omstandigheden, zoals daar zijn het feit dat hij amper één maand later - volgens de<br />

conclusies van de (verweerster) - een vennootschap heeft opgericht met dezelfde activiteiten<br />

als de (verweerster) (BVBA VEDECOM, die de bestuurder is van de NV<br />

AVALON, met dezelfde activiteiten als Egemin) : de anciënniteit (sinds 1 oktober 1989),<br />

1 Zie Cass., 3 feb. 2003, AR S.02.0090.N, <strong>AC</strong>, 2003, nr. 78.<br />

2 Ibid.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!