02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Nr. 78 - 30.1.09 HOF VAN CASSATIE 309<br />

der materialen en voorwerpen, te vergoeden op vertoon van een staat begroot en invorderbaar<br />

verklaard door de beslagrechter'). Tevens kon de gevolmachtigde ambtenaar het<br />

arrest laten betekenen en de dwangsom laten verbeuren lastens (de verweerder).<br />

II.5. Volgens de hiervoor geciteerde rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten<br />

van de Mens, dient het principe gehuldigd van een positieve verplichting tot loyale tenuitvoerlegging<br />

binnen een redelijke termijn van het rechterlijk oordeel in hoofde van de<br />

overheid (R.A. Lawson, noot bij arrest Horsnby tegen Griekenland van 19 maart 1997,<br />

S.E.W. 1997, 339).<br />

Het redelijk karakter van de duur van de procedure, in casu uitvoeringstermijn, wordt<br />

beoordeeld in functie van de omstandigheden van de zaak en rekening houdend met de<br />

criteria bepaald door de rechtspraak van het hof (van beroep), in het bijzonder de<br />

complexiteit van de zaak, de houding van de verzoeker en die van de bevoegde overheden<br />

(Hof Mensenrechten, 7.12.1999 (Bouilly / Frankrijk, ECHR.,)).<br />

II.6. (De eiser) roept geen argumenten in die verklaren waarom hij zo lang geen enkel<br />

initiatief heeft genomen.<br />

Het staat vast dat de mogelijkheid tot ambtshalve afbraak die voorzien werd in het<br />

arrest niet de verplichting impliceert om op te treden (zie de bewoordingen van artikel 68,<br />

§2, van het decreet van 22 oktober 1996 betreffende de ruimtelijke ordening, thans artikel<br />

153 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;<br />

De Geyter, L., De ambtshalve uitvoering van vonnissen tot afbraak in het kader van<br />

het Stedenbouwdrecreet', A.J.T. 1999-00, p. 16) doch in deze zaak werd geen enkel initiatief<br />

van uitvoering genomen ook op het vlak van de betekening en de eventuele opeising<br />

van dwangsommen.<br />

In de rechtsleer wordt opgemerkt dat de administratie tot voor kort zelden overging tot<br />

de uitvoering van ambtswege wegens o. a. beperkte overheidsmiddelen, de omslachtigheid<br />

van de aanbestedingsprocedures (zie De Taeye, S., De herstelmaatregelen bij bouwmisdrijven,<br />

1997, p. 57-58).<br />

De beperkte financiële slagkracht van (de eiser) voor zover dit de achterliggende reden<br />

zou zijn voor haar passiviteit, is geen dienstig argument; (de eiser) kan immers alle<br />

uitvoeringskosten verhalen op de in gebreke blijvende beklaagde (...)<br />

(De eiser) heeft van de hem door het arrest aangeboden instrumenten en drukkingsmiddelen<br />

(dwangsom en ambtshalve uitvoering met mogelijkheid van verhaal van de uitvoeringskosten)<br />

evenwel totaal geen gebruik gemaakt, en draagt hiervoor zelf de verantwoordelijkheid.<br />

Deze doelgebonden bevoegdheid verbonden aan het arrest diende binnen een redelijke<br />

termijn te worden uitgevoerd.<br />

II.7. De overheid heeft gedurende bijna 13 jaar nagelaten de door haarzelf - met het oog<br />

op het herstel van de goede ruimtelijke ordening - gevorderde maatregelen uit te voeren.<br />

Indien zich gewijzigde stedenbouwkundige omstandigheden voordoen, kan aanvaard<br />

worden dat de overheid afziet van uitvoering omdat de gevorderde maatregel bijvoorbeeld<br />

niet meer verantwoord is, doch het ongemotiveerd en langdurig negeren van een uitspraak<br />

van een rechterlijke instantie is een daad van onbehoorlijk bestuur (zie ook De Taeye, S.,<br />

Handhaving ruimtelijke ordening, Gent, Mys & Breesch, 1999, p. 82, nr. 197).<br />

(De verweerder) heeft dus wel degelijk een rechtmatig belang en het recht om dit langdurig<br />

negeren te laten toetsen aan het EVRM en meer in het bijzonder het recht om zich te<br />

beroepen op de redelijke termijn voorzien in artikel 6.1 van het EVRM. (De verweerder)<br />

is weliswaar veroordeeld tot afbraak van de kwestieuze paardenstal binnen een termijn<br />

van 10 maanden na de uitspraak van het arrest, maar het feit dat aan de overheid de machtiging<br />

wordt gegeven om zelf over te gaan tot afbraak, en dat er een dwangsom wordt

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!