02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nr. 64 - 26.1.09 HOF VAN CASSATIE 255<br />

ARREST (vertaling)<br />

(A.R. S.08.0069.F)<br />

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF<br />

Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 25 juni 2007 gewezen door<br />

het Arbeidshof te Luik.<br />

Voorzitter Christian Storck heeft verslag uitgebracht.<br />

Advocaat-generaal Jean-Marie Genicot heeft geconcludeerd.<br />

II. CASSATIEMIDDEL<br />

De eisers voeren volgend middel aan.<br />

Geschonden wettelijke bepalingen<br />

- de artikelen 2, 3, §1, 14, 16 en 17 van de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere<br />

ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de<br />

comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de<br />

kandidaat-personeelsafgevaardigden:<br />

- artikel 6 van het Burgerlijk Wetboek;<br />

- de artikelen 61, 64, meer bepaald 2°, 178, 519, 521 en 522 van het Wetboek van<br />

vennootschappen (wet van 7 mei 1999).<br />

Aangevochten beslissing<br />

Het arrest verwerpt de vordering van de eisers tot betaling van de vergoeding die de<br />

wet van 19 maart 1991 toekent in geval van niet-naleving van de voorwaarden en procedures<br />

voor het ontslag van een beschermde werknemer die zijn vastgelegd in de artikelen<br />

2 en 11 van die wet, met name, in dit geval, een beslissing tot ontslag die genomen werd<br />

door een onregelmatig samengestelde raad van bestuur en, bijgevolg, de ongeldigheid van<br />

de aanhangigmaking van de zaak bij het bevoegde paritair comité. Het beslist aldus op de<br />

volgende gronden:<br />

"Volgens artikel 3, §1, van de wet van 19 maart 1991, moet de werkgever die een<br />

personeelsafgevaardigde of een kandidaat-personeelsafgevaardigde wil ontslaan om<br />

economische of technische redenen, de zaak vooraf bij een ter post aangetekende brief<br />

aanhangig maken bij het bevoegd paritair comité. De wet omschrijft de voorwaarden en<br />

de wijzen van die aanhangigmaking niet nader;<br />

In dit geval is de werkgever die in die wetsbepaling bedoeld wordt, de (verweerster),<br />

(...) een naamloze vennootschap. Om uit te maken welk vertegenwoordigend orgaan van<br />

laatstgenoemde bevoegd is om de zaak zoals vereist aanhangig te maken, bestaat er geen<br />

andere oplossing dan te verwijzen naar het wetboek van vennootschappen, wat overigens<br />

door alle partijen in het geschil en ook door de eerste rechters erkend wordt.<br />

Artikel 522 van dat wetboek kent aan de raad van bestuur van een naamloze vennootschap<br />

zodanige bevoegdheden toe, dat te dezen wel moet worden vastgesteld dat de raad<br />

van bestuur van de (verweerster) binnen de perken van die bevoegdheden gebleven is toen<br />

hij op 31 maart 20<strong>01</strong> besliste om de zaak bij het bevoegde paritair comité aanhangig te<br />

maken;<br />

(...) De rechtbank van koophandel heeft ondubbelzinnig beslist dat de raad van bestuur<br />

van de (verweerster), op zijn zitting van 31 mei 20<strong>01</strong>, onregelmatig was samengesteld en<br />

dat die raad de statutaire regels van de vennootschap tot vaststelling van de nadere regels<br />

voor de werking van dat orgaan geschonden heeft. Het gezag van gewijsde van die beslissing<br />

bindt alle partijen in dit geschil, wat door hen overigens wordt toegegeven;

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!