02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

298 HOF VAN CASSATIE 29.1.09 - Nr. 76<br />

standen wijzigt die onder de vorige wet definitief geregeld zijn (cf. G. Closset-Marchal, L'<br />

application dans le temps des lois de droit judiciaire civil, Bruylant, 1983, p. 9 tot 17).<br />

Te dezen staat het vast dat er hier duidelijk niets wordt gewijzigd aan een rechtstoestand<br />

die definitief geregeld was onder de vroegere wet. De wet van 1 juli 1974 die een<br />

nieuwe echtscheidingsgrond toevoegt aan de reeds bestaande, namelijk langdurige feitelijke<br />

scheiding, en die in werking getreden is op 1 februari 1975 (koninklijk besluit van 14<br />

januari 1975, artikel 1), moet dus worden toegepast op de ontbinding van huwelijken die<br />

zowel voor als na de inwerkingtreding van die wet zijn gesloten, aangezien de wetgever<br />

op dat punt geen enkel onderscheid maakt en dat onderscheid trouwens als puur discrimatoir<br />

zou overkomen.<br />

Ten slotte zijn de wetten op de staat en de bekwaamheid van de personen uiteraard van<br />

openbare orde en zijn ze van toepassing op alle burgers zonder onderscheid naargelang<br />

van hun sociale rang of hun godsdienstige of filosofische overtuigingen. Aan (de eiseres)<br />

kan dus niet wegens haar sociale rang of nog wegens de duur van haar huwelijk een<br />

'verkregen recht' worden toegekend op beperking van de gronden van ontbinding van haar<br />

huwelijk tot die welke bestonden ten tijde van het sluiten ervan.<br />

De eerste rechter heeft voorts terecht beslist dat (de eiseres) niet in alle ernst kon<br />

beweren dat zij niet gehuwd zou zijn indien zij had geweten dat haar huwelijk op grond<br />

van feitelijke scheiding had kunnen worden ontbonden; het is immers niet aannemelijk dat<br />

het bestaan van deze of gene grond tot echtscheiding een rol zou kunnen spelen bij de<br />

beslissing om al dan niet in het huwelijk te treden.<br />

Aangezien de rechter de wet moet toepassen zonder zich af te vragen of de redenen die<br />

tot de goedkeuring ervan hebben geleid, al dan niet gewettigd waren, wordt ten overvloede<br />

opgemerkt dat niet in te zien valt waarom de wetgever van 1974 de aard van het<br />

instituut huwelijk zou hebben 'miskend', zoals (de eiseres) hem verwijt, door de langdurige<br />

feitelijke scheiding in te voeren als nieuwe echtscheidingsgrond. De wetgever van<br />

1974 heeft immers niets veranderd aan de essentiële plichten van het huwelijk, namelijk<br />

de plicht tot samenwonen, getrouwheid, hulp en bijstand. Evenmin heeft hij de echtgenoten<br />

aangemoedigd om feitelijk gescheiden te leven, maar heeft hij enkel de vaststelling<br />

mogelijk gemaakt van het mislopen dat de echtvereniging wanneer de echtgenoten niet<br />

langer samenleven op een wijze die voor het huwelijk essentieel gevonden wordt en die<br />

het delen van dak, bed en tafel impliceert.<br />

Voor het overige verwijst het hof (van beroep) naar de oordeelkundige motivering van<br />

het beroepen vonnis die niet ontkracht wordt door de overwegingen die (de eiseres) in<br />

hoger beroep heeft geformuleerd".<br />

Grieven<br />

Krachtens het algemeen beginsel van het recht op rechtszekerheid, dat eveneens<br />

bedoeld is om het gewettigd vertrouwen van de rechtzoekenden te beschermen, moet de<br />

inhoud van het recht voorspelbaar en toegankelijk zijn, zodat de rechtzoekende in een<br />

redelijke mate de gevolgen kan voorzien van een bepaalde handeling op het ogenblik dat<br />

deze wordt gesteld. Toen de partijen in het huwelijk traden op 31 augustus 1954 was het<br />

huwelijk een wederkerig contract dat de openbare orde raakte en was echtscheiding alleen<br />

toegestaan bij een foutieve gedraging of bij wederzijdse toestemming. Ten tijde van haar<br />

huwelijk had de eiseres gewettigde redenen om te geloven dat het huwelijk dat zij met het<br />

aval van de Staat voor het leven aangegaan had, niet kon worden ontbonden om andere<br />

redenen dan die welke golden in het toen vigerende recht. In zoverre het bestreden arrest<br />

van 29 juni 2007 beslist dat aan de eiseres geen verkregen recht kan worden toegekend op<br />

beperking van de gronden van ontbinding van haar huwelijk tot die welke bestonden op<br />

het ogenblik van het sluiten ervan, miskent het het algemeen beginsel van het recht op<br />

rechtszekerheid.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!