02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Nr. 69 - 27.1.09 HOF VAN CASSATIE 273<br />

Rechten van de Mens; Art. 14.1, BUPO-Verdrag.)<br />

14º De procedure voor het hof van assisen houdt in dat de beschuldigde een gemotiveerde<br />

uitspraak kan krijgen over de wettigheid en de regelmatigheid van het bewijs en<br />

voldoende kan weten welke bewijzen of verweer de jury tot zijn beslissing heeft gebracht<br />

en welke niet 9 . (Artt. 241, 294, 312bis, 313 en 377, Sv.)<br />

15º De samenstelling van de jury en de procedure voor het hof van assisen, die niet<br />

vergelijkbaar is met deze voor de correctionele of de politierechtbank, bieden de nodige<br />

waarborgen tegen willekeur.<br />

16º en 17° Bij ontstentenis van daartoe strekkende conclusies, is het veroordelend arrest<br />

van het hof van assisen, ook wat de schuld betreft, regelmatig met redenen omkleed<br />

wanneer het, zoals hier, de vaststelling bevat dat de jury bevestigend heeft geantwoord<br />

op de vragen over de ten laste gelegde misdrijven die in de bewoordingen van de wet<br />

zijn omschreven en waarvan alle bestanddelen zijn aangegeven 1<strong>01</strong>1 . (Art. 149, Ger.W.)<br />

(Y.)<br />

ARREST<br />

(A.R. P.08.1677.N)<br />

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF<br />

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest, gewezen op 24 oktober 2008<br />

door het Hof van Assisen van de Provincie Vlaams-Brabant, waarbij uitspraak<br />

gedaan wordt over de tegen de eiser ingestelde strafvordering.<br />

De eiser voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, een middel aan.<br />

Raadsheer Luc Van hoogenbemt heeft verslag uitgebracht.<br />

Advocaat-generaal Marc Timperman heeft geconcludeerd.<br />

II. BESLISSING VAN HET HOF<br />

Beoordeling<br />

Middel<br />

(...)<br />

Tweede grief<br />

3. De grief voert schending aan van de artikelen 149 Grondwet, 6.1 EVRM,<br />

14.1 IVBPR, evenals 313, 341, 342, 348, 350 en 352 Wetboek van Strafvordering<br />

en meer in het bijzonder miskenning van het gelijkheidsbeginsel, het recht<br />

van verdediging, het recht op een onafhankelijke en onpartijdige rechter en het<br />

recht op een eerlijk proces.<br />

Vooreerst wordt in de grief gesteld dat de miskenning van eisers recht op een<br />

eerlijk proces en zijn recht van verdediging blijkt uit het feit dat de eiser in de<br />

onmogelijkheid was om schriftelijk verweer over de schuldvraag te voeren bij<br />

middel van conclusies.<br />

9 Ibid.<br />

10 Zie Cass., 31 mei 1995, AR P.95.0345.F, <strong>AC</strong>, 1995, nr. 268.<br />

11 Cass., 30 jan. 2007, AR P.06.1390.N, <strong>AC</strong>, 2007, nr. 55.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!