AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
308 HOF VAN CASSATIE 30.1.09 - Nr. 78<br />
II.1. Alhoewel de herstelmaatregel behoort tot de strafvordering, is het toch een maatregel<br />
van burgerlijke aard (Cass. 26 april 1989, geciteerd door De Geyter, L. in 'De ambtshalve<br />
uitvoering van vonnissen tot afbraak in het kader van het stedenbouwdecreet; noot<br />
bij corr. Tongeren, 18 december 1998, A.J.T. 1999-00, p. 18). Bijgevolg kan men zich<br />
niet beroepen op de verjaringstermijn voor de straffen zoals bepaald in artikel 92 van het<br />
strafwetboek, doch enkel op artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek.<br />
De vordering in hoofde van (de eiser) tot uitvoering van het arrest van het hof van<br />
beroep is onderhevig aan de tienjarige verjaringstermijn zoals bepaald in artikel 2262bis,<br />
§1, van het Burgerlijk Wetboek.<br />
Aangezien deze vordering dateert van voor de inwerkingtreding van de wet van 10 juni<br />
1998 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de verjaring, neemt de termijn<br />
van 10 jaar een aanvang op 27 juli 1998, zijnde de datum van inwerkingtreding van de<br />
wet. De actio iudicati van verweerder verjaart derhalve maar pas in de loop van het jaar<br />
2008. (De Geyter, L., o.c. p. 17).<br />
II.2. (De verweerder) beroept zich op artikel 6.1 van het Europees Hof voor de rechten<br />
van de Mens dat bepaalt 'Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen<br />
of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingeroepen strafvervolging heeft<br />
eenieder recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke<br />
termijn, door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie welke bij wet is<br />
ingesteld'.<br />
In tegenstelling tot wat (de eiser) stelt beroept (de verweerder) zich niet op het principe<br />
van rechtsverwerking dat overigens door het Hof van Cassatie niet wordt aanvaard (Cass.<br />
6 november 1997, R.W. 1999-2000, 707).<br />
II.3. Ingevolge de recente rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de<br />
Mens wordt artikel 6.1 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de<br />
mens (hierna EVRM genoemd) - dat rechtstreekse werking geniet - ook van toepassing<br />
geacht op de procedure van tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing. (Europees<br />
Hof voor de Rechten van de Mens arrest Di Pede tegen Italië van 26 september 1996,<br />
arrest Zappia tegen Italië van 26 september 1996 en arrest Hornsby tegen Griekenland van<br />
19 maart 1997, S.E.W., 1997, p. 339).<br />
Gezien de directe werking van het EVRM in België en de voorrang van het verdrag op<br />
de nationale wetgeving dient de in de nationale wet voorziene verjaringstermijn getoetst te<br />
worden aan de criteria van artikel 6.1 van het EVRM.<br />
Het doel van artikel 6.1 EVRM bestaat erin rechtszekerheid te bieden aan de rechtsonderhorige<br />
aangaande zijn rechten en plichten binnen een redelijke termijn, dit geldt zoals<br />
gezegd voor het vaststellen van deze rechten en plichten enerzijds en voor het uitvoeren<br />
van de beslissing dienaangaande anderzijds.<br />
II.4. Ook in casu zijn de burgerlijke rechten en verplichtingen van (de verweerder) in<br />
het geding.<br />
Tussen de datum van uitspraak van het arrest (18.02.1987) en de betekening ervan<br />
(30.12.1999) ligt een termijn van bijna 13 jaar. De betekening is, sinds de uitspraak van<br />
het arrest, het eerste initiatief dat door (de eiser) werd genomen om de uitvoering van het<br />
arrest te bekomen (de rechtbank houdt geen rekening met het proces-verbaal van 6<br />
november 1998, daar dit niet kan beschouwd worden als een initiatief tot uitvoering en<br />
(de verweerder) hier ook geen kennis van had); nochtans werd de gevolmachtigde ambtenaar<br />
van het bestuur voor de stedenbouw (die zich vereenzelvigt met (de eiser)) door het<br />
hof van beroep er expliciet toe gemachtigd om van ambtswege in de uitvoering van het<br />
arrest te voorzien, met de mogelijkheid om op eenvoudige wijze alle uitvoeringskosten te<br />
verhalen op (de verweerder) (zie de bewoordingen van het arrest 'dat beklaagde ertoe<br />
gehouden zal zijn alle uitvoeringskosten, verminderd met de opbrengst van de verkoop