02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Nr. 23 - 13.1.09 HOF VAN CASSATIE 107<br />

gebruik van het valse stuk voortduurt zolang de gebruiker de door de verzekeraar<br />

uitgekeerde vergoeding onder zich houdt; het nuttig gevolg van het gebruik is<br />

evenwel de door het gebruik beoogde, effectieve uitbetaling door de verzekeraar<br />

zodat die datum als startpunt van de verjaringstermijn geldt; vermits die betaling<br />

te dezen gebeurd is op 30 januari 1996, was de verjaring van de strafvordering<br />

ingetreden op het ogenblik van de uitspraak van het bestreden arrest.<br />

2. De feitenrechter oordeelt onaantastbaar of de materiële gedraging die de<br />

beklaagde ten laste wordt gelegd, een gebruik van een vals stuk uitmaakt. Het<br />

Hof kan alleen toetsen of de rechter bij zijn beoordeling de gewone betekenis<br />

van het woord gebruik niet miskent.<br />

3. Het gebruik is de materiële gedraging van het aanwenden van de akte of het<br />

stuk om er een bepaald doel mee te bereiken. Deze aanwending moet van dien<br />

aard zijn dat ze een middel kan zijn om uitwerking te geven aan de valsheid.<br />

De verjaring van het misdrijf "gebruik van valse stukken" vangt aan vanaf de<br />

laatste aanwending van het valse stuk om aan de waarheidsvermomming uitwerking<br />

te verlenen, in zoverre tussen de verscheidene aanwendingen van het valse<br />

stuk geen periode is verstreken, langer dan de op het misdrijf toepasselijke verjaringstermijn.<br />

4. Uit het bestreden arrest blijkt dat:<br />

- de eiser op 4 oktober 1995, naar het oordeel van de appelrechters valselijk,<br />

aangifte deed van de diefstal van zijn boot;<br />

- de eiser vanwege de diefstalverzekeraar een vergoeding kreeg door aanwending<br />

van het valse stuk; zijn verzekeraar betaalde hem op 30 januari 1996 een<br />

schadevergoeding van 1.400.000 frank;<br />

- de eiser op 9 oktober 2000 aangifte deed van het terugvinden van zijn boot;<br />

- de eiser minstens tot op het ogenblik dat deze zaak bij de correctionele rechtbank<br />

aanhangig is gemaakt, te weten 11 oktober 20<strong>01</strong>, blijft staande houden dat<br />

er wel degelijk sprake is van een diefstal zodat hij, in tegenstelling tot het<br />

oordeel van de appelrechters naar zijn mening terecht, zich nog steeds gerechtigd<br />

acht om de uitgekeerde vergoeding te behouden.<br />

5. Uit die vaststellingen blijkt dat het gebruik van de valse aangifte eindigde<br />

op het ogenblik dat de diefstalverzekeraar de vergoeding aan de eiser uitkeerde<br />

en de eiser aldus het door de valsheid beoogde doel bereikte.<br />

6. De appelrechters die oordelen dat de eiser minstens tot 11 oktober 20<strong>01</strong><br />

gebruik is blijven maken van het valse stuk om het voordeel dat hij door zijn<br />

aanvankelijk gebruik verkreeg, te blijven behouden zodat die datum als<br />

aanvangsdatum van de verjaring wordt aangenomen, verantwoorden hun beslissing<br />

niet naar recht.<br />

Het middel is gegrond.<br />

Overige grieven

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!