AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
80 HOF VAN CASSATIE 9.1.09 - Nr. 19<br />
navordering van de niet-geheven rechten inleiden.<br />
De verordening viseert zodoende de navordering van rechten, hetgeen wordt bevestigd<br />
door de artikelen 3, 4 en 5 van diezelfde verordening.<br />
De navordering onderscheidt zich evenwel van de invordering van rechten.<br />
Van navordering is er slechts sprake voor zover er een aangifte werd ingediend waaruit<br />
een verplichting tot betaling van de belastingen, zoals een douaneschuld, voorvloeit. De<br />
navordering veronderstelt dat na de aanvaarding van die aangifte en na de verificatie en de<br />
vrijgave van de goederen, ingevolge een controle a posteriori, komt vast te staan dat niet<br />
alle rechten werden betaald omwille van een of andere reden, zoals een verkeerde benaming<br />
of een te lage waarde, waardoor er aanvullende belastingen moeten worden ingevorderd.<br />
Van invordering is er daarentegen sprake in de gevallen waarin er geen aangifte is ingediend<br />
waaruit de verplichting tot betaling van in- of uitvoerrechten voortvloeide, zoals de<br />
invoer zonder aangifte, de niet-zuivering van documenten of de onttrekking aan de doorvoer,<br />
situatie waarin er nog geen invoerrechten werden betaald.<br />
Te dezen waren de rechten, waarvan van verweerster betaling werd gevorderd, geenszins<br />
rechten die voortvloeiden uit een aangifte voor een douaneregeling waaruit de<br />
verplichting tot betaling van invoerrechten voortvloeide; de aanvankelijk gedane aangifte<br />
betrof immers blijkens de eigen vaststellingen van het bestreden arrest de doorvoer van<br />
niet-communautaire goederen, doorvoer waarvoor geen rechten verschuldigd zijn, noch<br />
bij invoer, noch bij uitvoer.<br />
Indien de rechten die in het kader van de huidige procedure door de eiser werden ingevorderd<br />
weliswaar invoerrechten waren, werden zij ingevorderd, niet ingevolge een<br />
aangifte bij invoer, doch omwille van de niet-aanzuivering van de T1-documenten en de<br />
onttrekking in België van de goederen aan het doorvervoer, zoals door het bestreden arrest<br />
op pagina 2, laatste alinea, en op pagina 11, derde alinea, werd vastgesteld, feiten die<br />
slechts naderhand bij proces-verbaal van 29 november 1994 door de opsporingsinspectie<br />
van de Belgische douane werden vastgesteld en aanleiding gaven tot de invordering van<br />
invoerrechten.<br />
In die omstandigheden kon het hof van beroep dan ook niet wettig beslissen dat terzake<br />
toepassing van voornoemde verordening diende te worden gemaakt.<br />
Besluit<br />
Waar uit de door het hof van beroep in het bestreden arrest gedane vaststellingen duidelijk<br />
blijkt dat de vordering van eiser betrekking had op de invordering van rechten, die<br />
verschuldigd werden naar aanleiding van de niet-aanzuivering van de T1-documenten,<br />
ingediend naar aanleiding van een communautair douanevervoer, en van de onttrekking<br />
van de goederen aan de doorvoer in België, waardoor er in België invoerrechten verschuldigd<br />
werden, kon het hof van beroep niet wettig beslissen dat de verordening 1697/79 van<br />
24 juli 1979, welke uitsluitend van toepassing is op de hypothese waarin rechten, die<br />
verschuldigd zijn voor goederen welke zijn aangegeven voor een douaneregeling waaruit<br />
de verplichting tot betaling van dergelijke rechten, onder te verstaan rechten bij invoer of<br />
uitvoer, voortvloeide, worden nagevorderd, op onderhavige zaak van toepassing was<br />
(schending van artikelen 1, 2, 3, 4 en 5 van de EEG-Verordening nr. 1697/79 van de Raad<br />
van 24 juli 1979 inzake de navordering van de rechten bij invoer of uitvoer die niet van de<br />
belastingschuldige zijn opgeëist voor goederen welke zijn aangegeven voor een douaneregeling<br />
waaruit de verplichting tot betaling van dergelijke rechten voortvloeide).<br />
Tweede middel<br />
Geschonden wettelijke bepalingen<br />
- de artikelen 1.2.c), 2 en 3 van de EEG-Verordening nr. 1697/79 van de Raad van 24