02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

330 HOF VAN CASSATIE 30.1.09 - Nr. 81<br />

ontvankelijk heeft verklaard, doch ongegrond.<br />

Het Hof heeft recentelijk, op 31 januari 2008, in voltallige zitting 5 beslist:<br />

“Een procespartij kan in cassatie niet opkomen tegen een beslissing nopens de<br />

rechtspleging die in overeenstemming met haar conclusie werd gewezen” (ook al betrof<br />

het middel de openbare orde, de bevoegdheid van de rechtbanken).<br />

Er is dus geopteerd voor de rechtspraak in het arrest van 10 oktober 2002 6 : de eiser<br />

heeft geen belang op te komen tegen wat hijzelf gevraagd heeft 7 .<br />

Ik ben van mening dat thans dezelfde opvatting dient te gelden, temeer dat een hoger<br />

beroep (zij het enkel in het door artikel 1624, tweede lid, 1° bedoeld geval) wettelijk<br />

voorzien is: het middel is niet ontvankelijk, bij gebrek aan belang.<br />

Dit impliceert enkel dat het ontvankelijk verklaren van het hoger beroep dus standhoudt<br />

en dat de beoordeling ten gronde (waarvoor de appelrechter dus inderdaad bevoegd kan<br />

zijn) aan bod komt.<br />

4. Het eerste onderdeel van het tweede middel (identiek aan het enig middel tot staving<br />

van het “eerste” cassatieberoep (A.R. C.06.0<strong>01</strong>1.N)), dat opkomt tegen deze beoordeling<br />

ten gronde.<br />

De eisers hebben er belang bij op te komen tegen het ongegrond verklaren van hun<br />

hoger beroep. Het middel is dus ontvankelijk.<br />

5. Dit onderdeel komt ook gegrond voor.<br />

De voorziening vermeldt volgende relevante feiten en procedurevoorgaanden.<br />

De gefailleerde Degreef had destijds een lening aangegaan bij de CV Cera. Tot<br />

zekerheid van de terugbetaling van deze lening werd een hypotheek genomen op zijn<br />

onroerend goed, waarop de CV Cera op 17 april 1997 uitvoerend beslag liet leggen. Om<br />

deze lening terug te betalen, ging de gefailleerde Degreef naderhand een lening aan bij de<br />

NV Krediet en Financiële Maatschappij, tot bindendverklaring van het arrest opgeroepen<br />

partij. Op 11 juli 1997 werd een hypotheek in eerste rang op hetzelfde onroerend goed<br />

gevestigd ten voordele van de laatst genoemde partij. Het blijkt niet betwist dat de CV<br />

Cera volledig werd terugbetaald en dat zij zich akkoord verklaarde om doorhaling te<br />

verlenen van de hypothecaire inschrijving en om het beslag op onroerend goed van de<br />

gefailleerde Degreef op te heffen. De betwisting spitst zich toe op de omstandigheid dat<br />

het – door een andere schuldeiser, de B.V.B.A Frema, betekend en overeenkomstig artikel<br />

1497, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, aan de hypotheekbewaarder ter<br />

overschrijving aangeboden – exploot van bevel van 12 januari 1999 tot omzetting van een<br />

eerder gelegd bewarend beslag in uitvoerend beslag, bij toepassing van artikel 1571 van<br />

het Gerechtelijk Wetboek, werd geweigerd wegens de – spijts het gegeven akkoord tot<br />

opheffing – nog steeds bestaande overschrijving op het hypotheekkantoor van het beslag<br />

van de oorspronkelijke schuldeiser, de CV Cera. De curator van het faillissement van de<br />

B.V.B.A Frema, de eerste verweerder, verzocht, bij toepassing van artikel 1610 van het<br />

Gerechtelijk Wetboek, in de plaats van de CV Cera te worden gesteld. Het bestreden<br />

arrest bevestigt de (bestreden) beschikking die dit verzoek inwilligt.<br />

6. De hamvraag is of de indeplaatsstelling, als bepaald bij artikel 1610 van het<br />

Gerechtelijk Wetboek, nog mogelijk is, op het ogenblik dat de oorspronkelijke<br />

beslaglegger ingestemd heeft met de opheffing van het beslag, maar waarvan de<br />

overschrijving op dat ogenblik nog niet werd doorgehaald op het hypotheekkantoor.<br />

Er heerst verdeeldheid in de doctrine. Bepaalde rechtsleer is van oordeel dat de<br />

5 A.R. C.05.0372.N, <strong>AC</strong>, 2008, nr.74 met conclusie O.M.<br />

6 A.R. C.<strong>01</strong>.0087.F, <strong>AC</strong>, 2002, nr. 527.<br />

7 Terwijl het arrest van 7 september 2000 (A.R. C.99.0514.F (<strong>AC</strong>, 2002, nr. 452), dat belang<br />

(impliciet) wel erkende.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!