02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

96 HOF VAN CASSATIE 12.1.09 - Nr. 21<br />

verschaffen (artikel 43) en is de bezoldiging ook verschuldigd wanneer de werknemer,<br />

door toedoen van de werkgever, niet heeft kunnen werken (artikel 78). Zo heeft de<br />

Congolese rechtspraak (Appel Kinshasa, 1 augustus 1967, Rev. Jur. du Congo, 1968, p.<br />

72) ook geoordeeld dat de werknemer die weigert het werk te hervatten binnen een<br />

bepaalde termijn, zonder de door hem aangevoerde overmacht aan te tonen, de overeenkomst<br />

op die datum zonder geldige reden beëindigt, zodat hij geen aanspraak kan maken<br />

op achterstallige bezoldigingen voor de periode na die beëindiging. Hieruit valt a<br />

contrario af te leiden dat de werkgever die niet de overeengekomen arbeid aan zijn werknemer<br />

verschaft en die tegelijkertijd de betaling van het grootste gedeelte van het loon<br />

opschort, zonder, zoals te dezen, aan te tonen dat die beslissing was ingegeven door overmacht,<br />

de overeenkomst zonder geldige reden beëindigt, zelfs al heeft hij niet uitdrukkelijk<br />

te kennen gegeven dat hij de overeenkomst wou beëindigen. Die beëindiging zonder<br />

geldige reden wordt bestraft door artikel 49 (...). (De verweerder) heeft bijgevolg recht op<br />

een compensatoire opzeggingsvergoeding, wat subsidiair niet betwist wordt, en op een<br />

schadevergoeding, zoals die hierna berekend wordt".<br />

Grieven<br />

Eerste onderdeel<br />

Het arrest stelt, enerzijds, vast dat de verweerder, in zijn brief van 26 juni 1999, de<br />

eiseres en de verweerster gezamenlijke tekortkomingen verweet, die neerkomen op een<br />

onrechtmatige beëindiging van die twee overeenkomsten en die hij omschrijft als met<br />

beëindiging gelijkstaande fouten, en herinnert, anderzijds, aan de verplichting van de<br />

werknemer om zijn werk te verrichten en aan de daarmee gepaard gaande verplichting<br />

van de werkgever om hem de overeengekomen arbeid te verschaffen en het daaraan<br />

verbonden loon te betalen, en beslist vervolgens dat de werkgever die, zoals de eiseres, de<br />

overeengekomen arbeid niet verschaft en de betaling van het grootste deel van het loon<br />

opschort, de overeenkomst zonder geldige reden beëindigt, zelfs al heeft hij niet te kennen<br />

gegeven dat hij die overeenkomst wou beëindigen, en een compensatoire opzeggingsvergoeding<br />

en schadeloosstelling verschuldigd is.<br />

Om het bedrag van de compensatoire opzeggingsvergoeding dat door de eiseres<br />

verschuldigd is, te ramen, vermeldt het arrest evenwel "dat (de verweerder), in dit geval,<br />

geen arbeid meer verrichtte op het ogenblik dat hij de vaststelling van de zware fout heeft<br />

doen betekenen, zodat het bedrag van de bezoldiging bevroren wordt op de datum van de<br />

betekening van de beëindiging (...). Bijgevolg moet rekening worden gehouden met het<br />

gemiddelde loon van de twaalf maanden vóór 26 juni 1999".<br />

Het bestreden arrest veroordeelt de eiseres wegens beëindiging van de arbeidsovereenkomst<br />

op grond dat, enerzijds, de verweerder aan de eiseres en de verweerster op 26 juni<br />

1999 gezamenlijke tekortkomingen verweten heeft die geleid hebben tot de onrechtmatige<br />

beëindiging van de twee overeenkomsten, welke tekortkomingen hij omschrijft als met<br />

beëindiging gelijkstaande fouten, en dat, anderzijds, de verweerder op diezelfde datum, nl.<br />

26 juni 1999, de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens zware fout vastgesteld<br />

heeft. Het bestreden arrest baseert de veroordeling van de eiseres aldus op een tegenstrijdige<br />

redengeving en is derhalve niet regelmatig met redenen omkleed (schending van<br />

artikel 149 van de Grondwet).<br />

Tweede onderdeel<br />

In haar conclusie van wederantwoord en in haar samenvattende conclusie voerde de<br />

eiseres aan dat de arbeidsovereenkomst van de verweerder niet wegens zware fout, of in<br />

elk geval niet regelmatig, was beëindigd, op de volgende gronden : "(De verweerder)<br />

heeft nooit (...) aangevoerd dat (de eiseres) een zware fout had begaan; de eerste rechter<br />

heeft vastgesteld dat (de eiseres) geen met beëindiging gelijkstaande fout heeft begaan en<br />

heeft de door (de verweerder) aangevoerde tekortkomingen geherkwalificeerd als zware

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!