02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

332 HOF VAN CASSATIE 30.1.09 - Nr. 81<br />

“Indien er reeds vroeger een beslag is overgelegd en overgeschreven, vermeldt de<br />

bewaarder zijn weigering op de kant van het tweede beslag, alsmede de datum van het<br />

vroegere beslag, de naam, de voornaam, de woonplaats en het beroep van de beslaglegger<br />

en van de beslagene en de datum van de overschrijving”.<br />

De andere schuldeisers, die over een uitvoerbare titel beschikken en die de uitvoering<br />

op en de uitwinning van het onroerend goed wensen te benaarstigen, zijn aldus<br />

afhankelijk van het al dan niet verder zetten van de executie en uitwinning door de<br />

schuldeiser die zijn beslag als eerste liet overschrijven.<br />

De wetgever heeft voorzien in twee garanties of maatregelen voor die andere<br />

schuldeisers om hen te beschermen tegen de inertie of de mogelijke bedrieglijke<br />

handelingen van de eerst overgeschreven vervolgende schuldeisers: “de<br />

indeplaatsstelling” (artikel 1610 van het Gerechtelijk Wetboek) en “het gemeen worden<br />

van het beslag aan de ingeschreven schuldeisers” (artikel 1584, tweede lid, van het<br />

Gerechtelijk Wetboek). Deze garanties vormen als het ware de ‘bruggen’ tussen de<br />

voornoemde principes en de belangen van die andere schuldeisers. De “indeplaatsstelling”<br />

situeert zich voor en “het gemeen worden van beslag aan de ingeschreven schuldeisers”<br />

situeert zich na het scharniermoment in de executie, met name de aanmaning om inzage te<br />

nemen van de door de instrumenterende notaris opgestelde verkoopsvoorwaarden en om<br />

aanwezig te zijn bij de toewijzing, als bepaald bij artikel 1582, derde lid, van het<br />

Gerechtelijk Wetboek.<br />

De indeplaatsstelling dient aldus te worden beschouwd als een “uitzonderingsregime”<br />

om, in de gevallen waar het kan, zonder bijkomende kosten een beslag verder te kunnen<br />

zetten met vermijding van kosten van doorhaling en betekening van het nieuwe beslag 11 .<br />

9. De indeplaatsstelling, als bepaald in artikel 1610 van het Gerechtelijk Wetboek, is<br />

een procesrechtelijke “substitutie” en geen materieelrechtelijke “subrogatie”. Ze heeft<br />

geen enkele incidentie op de materieelrechtelijke positie en aanspraken van de<br />

vervolgende schuldeiser. Ze is niet meer en niet minder dan de voortzetting van de<br />

executie die door die schuldeiser werd aangevat en dit vanaf de laatste regelmatige<br />

handeling. Het is het eerste beslag dat wordt verdergezet. Daarom ook dient die<br />

schuldeiser, bij toepassing van artikel 1611, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek,<br />

“de stukken van vervolging tegen ontvangstbewijs” af te geven aan de indeplaatsgestelde.<br />

Deze wordt dus in wezen “gesubstitueerd” in de louter procesrechtelijke op dat<br />

ogenblik bestaande toestand en rechten van de vervolgende schuldeiser. Hij kan dus geen<br />

ruimere rechten met betrekking tot de procedure van tenuitvoerlegging verwerven. De<br />

gebreken die de oorspronkelijke rechtspleging zouden aantasten worden aldus door de<br />

indeplaatsstelling niet opgeheven 12 .<br />

De vraag naar de omvang en de waarde van de indeplaatsstelling impliceert een<br />

onderzoek naar de regelmatigheid en de rechtmatigheid van de executie die tot op dat<br />

ogenblik werd vervolgd door de oorspronkelijke schuldeiser.<br />

De indeplaatsgestelling in de procesrechtelijke positie en rechten van de vervolgende<br />

schuldeiser vereist dat er op dat ogenblik een rechtmatig en regelmatig beslag bestaat. Bij<br />

gebrek hieraan kan de schuldeiser de door hem aangevatte procedure niet langer<br />

vervolgen en kan er dan ook geen indeplaatsstelling zijn, terwijl de beslagene, die door<br />

een beschikking die ten onrechte de indeplaatsstelling toestaat, in zijn rechten is geschaad<br />

en tegen deze beschikking trouwens derdenverzet kan aantekenen. Waar de<br />

indeplaatsstelling een uitzonderingsregime is met de voornoemde doelstellingen, dient zij<br />

11 MICHIELSENS, ‘Uitvoerend onroerend beslag – indeplaatsstelling’, in Comité voor studie en<br />

wetgeving. Verslagen en debatten 1999-2000, Dossier nr. 6291, 764.<br />

12 G., DE LEVAL, Rép. Not., ed. 1985, tw. La saisie immobilière, 207, nr. 495; G. DE LEVAL, La saisie<br />

immobilière, Brussel, Larcier, Ed. 2007, 363, nr. 553.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!