02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

170 HOF VAN CASSATIE 16.1.09 - Nr. 42<br />

OVERDR<strong>AC</strong>HT VAN HUUR - P<strong>AC</strong>HTOVERDR<strong>AC</strong>HT - TEGENWERPELIJKHEID VAN DE<br />

OVERDR<strong>AC</strong>HT AAN DE OVERNEMER - DRAAGWIJDTE<br />

2º HUUR VAN GOEDEREN — P<strong>AC</strong>HT — EINDE (OPZEGGING. VERLENGING.<br />

TERUGKEER. ENZ) - P<strong>AC</strong>HTOVERDR<strong>AC</strong>HT - OPZEGGING P<strong>AC</strong>HT DOOR VERP<strong>AC</strong>HTER AAN<br />

OVERDRAGENDE P<strong>AC</strong>HTER - NIET-KENNISGEVING VAN DE P<strong>AC</strong>HTOVERDR<strong>AC</strong>HT AAN DE VERP<strong>AC</strong>HTER -<br />

GEVOLG<br />

1º Uit de samenhang van de artikelen 34,eerste lid, en 35,eerste lid,van de Pachtwet volgt<br />

dat voor de tegenwerpelijkheid van een pachtoverdracht aan de in die bepalingen<br />

vermelde overnemers die niet op een pachtvernieuwing wensen aanspraak te maken,<br />

niet aan artikel 1690 van het Burgerlijk Wetboek moet worden voldaan; dit houdt een<br />

uitdrukkelijke afwijking in van artikel 1165 van het Burgerlijk Wetboek dat bepaalt dat<br />

overeenkomsten alleen gevolgen teweegbrengen tussen de contracterende partijen en<br />

aan derden geen nadeel toebrengen. (Artt. 34, eerste lid, en 35, eerste lid, Pachtwet; Artt.<br />

1165 en 1690, B.W.)<br />

2º De omstandigheid dat de tegenwerpelijkheid van de pachtoverdracht overeenkomstig<br />

het artikel 34 van de Pachtwet in beginsel niet afhankelijk is van enige kennisgeving aan<br />

de verpachter, houdt niet in dat, in het geval dat vaststaat dat de verpachter op het<br />

ogenblik van de opzegging geen kennis had of behoorde te hebben van een overdracht<br />

van de pacht door de pachter, de opzegging door de verpachter aan de overdragende<br />

pachter en niet aan de overnemer, ongeldig kan worden verklaard. (Art. 34, Pachtwet)<br />

(J. e.a. T. S. e.a.)<br />

ARREST<br />

(A.R. C.07.0587.N)<br />

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF<br />

Het cassatieberoep is gericht tegen een vonnis, op 23 mei 2007 in hoger<br />

beroep gewezen door de Rechtbank van Eerste Aanleg te Leuven.<br />

Afdelingsvoorzitter Ernest Waûters heeft verslag uitgebracht.<br />

Advocaat-generaal met opdracht André Van Ingelgem heeft geconcludeerd.<br />

II. CASSATIEMIDDEL<br />

De eisers voeren in hun verzoekschrift een middel aan.<br />

Geschonden wettelijke bepalingen<br />

- de artikelen 1165 en 1690 van het Burgerlijk Wetboek;<br />

- de artikelen 8, 11, lid 3, 12, lid 3, 34, 35 en 37, §1, van de Pachtwet die vervat is in<br />

artikel 1 van de wet van 4 november 1969, zijnde afdeling III, Hoofdstuk II, Titel VIII,<br />

Boek III van het Burgerlijk Wetboek.<br />

Aangevochten beslissingen<br />

De appelrechters verklaren de door de eisers in hun hoedanigheid van verpachters aan<br />

de verweerders in hun hoedanigheid van pachters gegeven opzegging van 25 november<br />

2005 niet rechtsgeldig en verklaren op die grondslag het hoger beroep van de eisers tegen<br />

het vonnis gewezen in eerste aanleg ongegrond en bevestigen het beroepen vonnis, in<br />

essentie op de gronden dat de verweerders hun bedrijf hadden overgelaten aan hun zoon<br />

en zij aan hem pachtoverdracht hadden gedaan vooraleer deze opzegging geschiedde en<br />

dat dergelijke pachtoverdracht overeenkomstig artikel 34 van de Pachtwet zonder toela-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!