02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nr. 81 - 30.1.09 HOF VAN CASSATIE 335<br />

Geschonden wettelijke bepalingen<br />

- de artikelen 1441, 1577, 1584, 1610 en 1612 van het Gerechtelijk Wetboek;<br />

- artikel 92 van de wet van 16 december 1851 (hierna Hypotheekwet), zijnde titel<br />

XVIII van boek III van het Burgerlijk Wetboek.<br />

Aangevochten beslissingen<br />

De bestreden beschikking verklaart de door de eerste verweerder ingestelde vordering<br />

om in de plaats gesteld te worden van de cv Cera gegrond, op grond van de volgende<br />

motieven:<br />

"(De tot bindendverklaring van het arrest opgeroepen partij) stelt dat Onze beschikking<br />

van 2 april 1999 haar niet tegenstelbaar is, daar deze haar niet betekend werd.<br />

Zij stelt dat door het feit dat de Cera bank, nadat (de tot bindendverklaring van het<br />

arrest opgeroepen partij) een nieuwe lening had toegestaan aan de heer D. G.en de Cera<br />

bank had uitbetaald, deze bank zich uitdrukkelijk en schriftelijk had akkoord verklaard tot<br />

handlichting te verlenen van het uitvoerend onroerend beslag en haar inschrijving te<br />

schrappen.<br />

Zij stelt dat deze wilsuitdrukking voldoende is om handlichting te verlenen, zodat het<br />

beslag alzo vernietigd werd. Bijgevolg kon (de eerste verweerder) niet meer in de plaats<br />

gesteld worden van een beslag dat niet meer bestond.<br />

Vast staat dat de doorhaling van het beslag en de hypothecaire inschrijving ten voordele<br />

van de Cera bank slechts plaats vond op 27 augustus 1999.<br />

De indeplaatsstelling zoals voorzien in artikel 1610 van het Gerechtelijk Wetboek is<br />

geen nieuw beslag, doch de gesubrogeerde schuldeiser zet het eerste beslag verder vanaf<br />

de laatste geldige rechtshandeling. De subrogatie heeft niets te doen met de aard van de<br />

schuldvordering, maar het is enkel het recht om betaling ervan te verkrijgen dat wordt<br />

overgedragen aan de gesubrogeerde.<br />

Doordat er geen doorhaling was van het uitvoerend onroerend beslag ter hypotheken,<br />

was (de eerste verweerder) gerechtigd de indeplaatsstelling te vorderen. Zelfs de brief van<br />

8 februari 1999 van de KBC verandert hier niets aan. De publiciteit zoals uitgedrukt door<br />

de doorhaling op het hypotheekkantoor is de officialisering hiervan die derden hiervan<br />

officieel op de hoogte brengt. Door zolang te wachten het nodige te doen, hebben (de tot<br />

bindendverklaring van het arrest opgeroepen partij) en (de tweede eiser) (de eerste<br />

verweerder) de gelegenheid gegeven om de indeplaatsstelling te vorderen.<br />

Trouwens de hypotheekbewaarder schreef in zijn brief van 23 september 1999 dat door<br />

de doorhaling van het uitvoerend beslag op 27 augustus 1999 dit slechts gedeeltelijk was,<br />

vermits deze doorhaling slechts werd verricht door de oorspronkelijke beslaglegger en het<br />

beslag nog steeds geldig was ten overstaan van (de eerste verweerder) ingevolge de<br />

beschikking van de indeplaatsstelling. Door de doorhaling van uitvoerend onroerend<br />

beslag is dit tegenstelbaar aan de andere schuldeisers. Een indeplaatsstelling die bij Onze<br />

beschikking werd toegestaan haar gelding blijft behouden zolang de duurtijd niet overschreden<br />

is.<br />

Het derdenverzet van (de tot bindendverklaring van het arrest opgeroepen partij) is dan<br />

ongegrond. Deze van de (eisers) eveneens".<br />

Grieven<br />

Artikel 1610 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de indeplaatsstelling wordt<br />

toegestaan op verzoekschrift, ingediend bij de rechter door enige andere schuldeiser die<br />

beslag heeft gelegd op dezelfde goederen, wanneer de vervolger een formaliteit niet heeft<br />

vervuld of een proceshandeling niet heeft verricht binnen de voorgeschreven termijnen of<br />

indien er bedrog, verstandhouding of nalatigheid bestaat, in dit geval onverminderd

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!