AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nr. 17 - 8.1.09 HOF VAN CASSATIE 65<br />
verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen;<br />
- de artikelen 807, 809 en 859 van het Gerechtelijk Wetboek.<br />
Aangevochten beslissingen<br />
Het bestreden vonnis verwerpt de vordering (van de eiser) die ertoe strekt de<br />
verweerder te veroordelen om hem te vrijwaren tegen de veroordelingen die tegen hem<br />
ten voordele van B. zullen worden uitgesproken.<br />
Het verantwoordt die beslissing met de gehele motivering die hier als volledig weergegeven<br />
wordt beschouwd, inzonderheid met de overweging, zakelijk weergegeven als<br />
volgt:<br />
"(De eiser) kan geen aanspraak maken op een recht waarin de van kracht zijnde wetten<br />
niet voorzien, aangezien artikel 80, §2, van de wet van 9 juli 1975 te dezen bepaalt dat een<br />
subrogatoire rechtsvordering enkel kan worden ingesteld wanneer de schade is vergoed;<br />
Er is dus alle reden om dat punt van de vordering te verwerpen, te verwijzen naar de<br />
uitstekende motivering van de eerste rechter en het beroepen vonnis te bevestigen, aangezien<br />
de eiser geen aanspraak kan maken op meer rechten dan (het slachtoffer)".<br />
De motivering van het beroepen vonnis waarnaar het bestreden vonnis verwijst, luidt<br />
als volgt:<br />
"Uit het opsporingsonderzoek blijkt duidelijk dat de (verweerder) de dag van de feiten<br />
met een niet verzekerd voertuig reed; het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds wil<br />
hem dus doen veroordelen om aan het Fonds de bedragen te betalen die het aan de benadeelden<br />
uitgekeerd heeft, en het eist de betaling van een bedrag van 6.307,25 euro<br />
(254.434 frank) dat op 5 juli 1996 is betaald aan de verzekeringsmaatschappij Axa<br />
Belgium, die de materiële schade van het (slachtoffer) dekte;<br />
Bovendien eist het dat het zou worden gevrijwaard tegen elke veroordeling die tegen<br />
het Fonds zal worden uitgesproken ten voordele (van het slachtoffer);<br />
Terecht werpt de (verweerder) op dat het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds<br />
over een subrogatoire rechtsvordering beschikt in zoverre het schade heeft vergoed (cf.<br />
artikel 80, §2, van de wet van 9 juli 1975);<br />
Daarenboven kan het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds, dat in de rechten<br />
getreden is van de benadeelde die vergoeding gekregen heeft, tegen de (verweerder) niet<br />
meer rechten doen gelden dan (het slachtoffer);<br />
De in die bewoordingen gestelde tussenvordering is derhalve niet gegrond".<br />
Grieven<br />
Eerste onderdeel<br />
Artikel 50, §1, eerste lid, 2°, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der<br />
verzekeringsondernemingen, thans artikel 80, §1, eerste lid, sedert de wijziging van de<br />
nummering van deze wet ten gevolge van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994,<br />
bepaalt met name dat elke benadeelde van het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds<br />
de vergoeding kan bekomen van de schade voortvloeiende uit lichamelijke letsels die door<br />
een motorrijtuig zijn veroorzaakt wanneer geen enkele toegelaten verzekeringsonderneming<br />
tot die vergoeding verplicht is omdat de verzekeringsplicht niet nageleefd werd.<br />
Artikel 50, §2, eerste lid, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen,<br />
thans artikel 80, §2, eerste lid sedert de wijziging van de nummering<br />
van deze wet ten gevolge van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994, bepaalt dat<br />
in de gevallen bepaald in §1, het Fonds, in zoverre het de schade heeft vergoed, in de<br />
rechten van de benadeelde treedt tegen de aansprakelijke personen en eventueel tegen hun<br />
verzekeraars.