02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

294 HOF VAN CASSATIE 29.1.09 - Nr. 76<br />

Het verantwoordt die beslissing op alle gronden die hier als volledig weergegeven<br />

worden beschouwd en inzonderheid op grond van de overweging, zakelijk weergegeven<br />

als volgt:<br />

"Artikel 4, §1, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in<br />

gerechtszaken bepaalt dat de akte tot inleiding van het geding in het Frans wordt gesteld,<br />

indien de verweerder woonachtig is in het Frans taalgebied, in het Nederlands, indien de<br />

verweerder woonachtig is in het Nederlands taalgebied; in het Frans of in het Nederlands,<br />

ter keuze van de eiser, indien de verweerder woonachtig is in een gemeente van de Brusselse<br />

agglomeratie of geen gekende woonplaats in België heeft.<br />

Te dezen werd de gedinginleidende dagvaarding in het Frans betekend aan '(la demanderesse),<br />

sans profession, née le 3 mars 1932, domiciliée à Woluwe-Saint-Lambert, rue<br />

Vergote 26'. Het wordt niet betwist dat (de eiseres), zoals tevens blijkt uit het aan de<br />

dagvaarding gehechte uittreksel uit het rijksregister, al meer dan dertig jaar, namelijk<br />

vanaf 6 december 1976, op het bovenvermelde adres in de bevolkingsregisters is ingeschreven<br />

als hebbende aldaar haar hoofdverblijf.<br />

(De eiseres) voert nochtans aan dat voor de toepassing van de voormelde bepaling van<br />

de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken onder 'woonplaats' moet worden verstaan<br />

de plaats waar zij haar hoofdverblijf heeft, te dezen het domein Everberg, dat in het<br />

Nederlands taalgebied gelegen is en waar de partijen werkelijk wonen sedert 1957, en dat<br />

hun inschrijving in het register van de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe 'puur fictief' is.<br />

De wet op het taalgebruik in gerechtszaken omschrijft het begrip woonplaats niet. Het<br />

is nochtans overduidelijk dat voor de toepassing van de bovenvermelde bepaling van deze<br />

wet die, zoals de aanhef aangeeft, een gerechtelijke materie regelt, de gerechtelijke woonplaats<br />

in de zin van artikel 36 van het Gerechtelijk Wetboek en niet de burgerlijke woonplaats<br />

in de zin van artikel 102 van het Burgerlijk Wetboek in aanmerking moet worden<br />

genomen, ook al dagtekent het Gerechtelijk Wetboek van na de wet van 1935 op het taalgebruik<br />

(zie in die zin: G. Closset-Marchal, 'Considérations sur l'emploi des langues<br />

devant les juridictions civiles, commerciales et du travail au premier degré, Annales de<br />

droit de Louvain, 1989, p 183; D. Lindemans,Taalgebruik in gerechtszaken, A.P.R., 94,<br />

p.58).<br />

Artikel 2 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt trouwens dat 'de in dit wetboek gestelde<br />

regels van toepassing zijn op alle rechtsplegingen, behoudens wanneer deze geregeld<br />

worden door niet uitdrukkelijk opgeheven wetsbepalingen of door rechtsbeginselen,<br />

waarvan de toepassing niet verenigbaar is met die van de bepalingen van dit wetboek'.<br />

Te dezen bestaat er geen gevaar voor tegenstrijdigheid, omdat de wet op het taalgebruik<br />

in gerechtszaken het begrip woonplaats nergens omschrijft.<br />

Bovendien moet de dagvaarding, zoals het op verzet gewezen vonnis van 15 februari<br />

2006 terecht opmerkte, worden betekend overeenkomstig de artikelen 33 en volgende van<br />

het Gerechtelijk Wetboek, die, in een strikt na te leven volgorde, de verschillende wijzen<br />

van betekening opsommen.<br />

Krachtens artikel 35 van het Gerechtelijk Wetboek geschiedt de betekening, indien zij<br />

niet aan de persoon kan worden gedaan, aan de woonplaats, of bij gebreke van een woonplaats,<br />

aan de verblijfplaats van de geadresseerde. Het afschrift van de akte wordt ter hand<br />

gesteld aan een bloedverwant, aanverwant, dienstbode of aangestelde van de geadresseerde.<br />

Artikel 36 van het Gerechtelijk Wetboek preciseert dat onder woonplaats wordt<br />

verstaan, de plaats waar de persoon op de bevolkingsregisters is ingeschreven als<br />

hebbende aldaar zijn hoofdverblijf. Artikel 38, §1, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt<br />

dat, 'ingeval het exploot in andere dan in strafzaken niet kan worden betekend zoals vastgesteld<br />

in artikel 35, de betekening bestaat in het door de gerechtsdeurwaarder achterlaten<br />

aan de woonplaats of, bij gebrek aan een woonplaats, aan de verblijfplaats van de geadres-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!