02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

246 HOF VAN CASSATIE 23.1.09 - Nr. 61<br />

eerste voorzitter op grond van het "non bis in idem" beginsel anders zou worden<br />

samengesteld.<br />

Wat de gevorderde toebedeling van de zaak aan een andere kamer betreft,<br />

wees de verzoekster er op dat krachtens het bijzonder reglement van het Hof van<br />

Beroep te Brussel de eerste kamer bis als inleidingskamer fungeert voor alle<br />

burgerlijke en commerciële zaken, zodat het verzoekschrift tot hoger beroep ten<br />

onrechte rechtstreeks werd ingediend bij de achttiende kamer van dit hof.<br />

Wat de in ondergeschikte orde gevorderde wijziging van de samenstelling van<br />

de achttiende kamer betreft, zette de verzoekster uiteen dat een behandeling van<br />

de zaak door de achttiende kamer voor gevolg zou hebben dat magistraten, die<br />

eerder reeds kennis namen van het geschil, er opnieuw kennis zouden van<br />

nemen, buiten een van de uitzonderingsgevallen voorzien door het artikel 828,<br />

9°, van het Gerechtelijk Wetboek, hetgeen meteen ook niet zou stroken met "de<br />

vereiste objectieve onpartijdigheid, algemeen rechtsbeginsel dat onder meer<br />

uitdrukking vindt in de artikelen 292 en 828, 8° en 9°, Ger.W.".<br />

In haar conclusie van 21 november 2008 stelde de nv UGC Belgium dat de<br />

verzoekster, die zelfs niet betwist dat de achttiende kamer bevoegd is om in deze<br />

zaak uitspraak te doen ten gronde, misbruik maakt van haar mogelijkheid een<br />

verdelingsincident uit te lokken.<br />

Voorts wees de nv UGC Belgium er op dat, waar de verzoekster zich beroept<br />

op artikel 828, 9°, van het Gerechtelijk Wetboek, zij zich in werkelijkheid<br />

beroept op een wrakingsgrond, zodat er manifest geen sprake is van een verdelingsincident.<br />

Gezien de vormvoorschriften van artikel 835 van het Gerechtelijk<br />

Wetboek niet werden nageleefd zou deze vordering tot wraking evenwel niet<br />

ontvankelijk zijn.<br />

Door de vzw FCB werd in dezelfde zin geconcludeerd dat hetgeen door de<br />

verzoekster werd aangevoerd niet kon worden aangebracht "via een zgn. verdelingsincident<br />

doch enkel via een verzoek tot wraking op grond van de daartoe<br />

geëigende procedure".<br />

Bij arrest van de achttiende kamer van het Hof van Beroep te Brussel van 23<br />

december 2008 werd vastgesteld dat door de onderscheiden partijen over dit<br />

tussengeschil werd gepleit ter terechtzitting van 25 november 2008.<br />

Voorts werd het verzoek van de verzoekster bij dit arrest verworpen in zoverre<br />

het de toepassing beoogde van het artikel 88, §2, van het Gerechtelijk Wetboek.<br />

Inzoverre het verzoek in werkelijkheid de wraking van rechters beoogde werd<br />

het als niet ontvankelijk afgewezen omdat het niet werd ingesteld zoals, op<br />

straffe van nietigheid, voorzien in artikel 835 van het Gerechtelijk Wetboek.<br />

4. Hieruit volgt dat het verzoek tot wraking in zoverre gericht tegen kamervoorzitter<br />

Paul Blondeel werd ingeleid nadat partijen reeds hadden gepleit over<br />

een tussengeschil nopens de rechtspleging, terwijl de verzoekster de tegen die<br />

magistraat aangevoerde wrakingsgronden toen reeds kende. Het verzoek tot<br />

wraking gewaagt niet van een nieuwe wrakingsgrond die zou ontstaan zijn nadat

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!