AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
306 HOF VAN CASSATIE 30.1.09 - Nr. 78<br />
De directe werking van het EVRM in België en de voorrang van het verdrag op de nationale<br />
wetgeving dient voor wat betreft de verjaringstermijn in casu getoetst te worden aan<br />
de criteria van artikel 6.1 van het EVRM. Het doel van dit artikel bestaat erin rechtszekerheid<br />
te bieden aan de rechtsonderhorige aangaande zijn rechten en plichten binnen een<br />
redelijke termijn, evenals voor wat betreft de uitvoering van de beslissingen dienaangaande<br />
anderzijds.<br />
3) Ook in casu zijn de burgerlijke rechten en verplichtingen van (de verweerder) in het<br />
geding.<br />
Tussen de uitspraak van het arrest (18 februari 1987) en de betekening (30 december<br />
1999) ligt een termijn van bijna 13 jaar. De betekening is het eerste initiatief van (de<br />
eiser) om uitvoering van het arrest te bekomen. Nochtans was de toenmalige gevolmachtigde<br />
ambtenaar van Stedenbouw door het hof expliciet gemachtigd om van ambtswege<br />
het arrest te laten uitvoeren met de mogelijkheid alle uitvoeringskosten op (de<br />
verweerder) te verhalen en kon hij tevens, na de termijn van 10 maanden na het arrest, dit<br />
laten betekenen en de dwangsom laten verbeuren lastens dezelfde.<br />
4) Volgens de hoger geciteerde rechtspraak moet het principe gehuldigd worden dat de<br />
overheid gehouden is tot een positieve verplichting van loyale tenuitvoerlegging binnen<br />
een redelijke termijn van de rechterlijke beslissing (R.A. Lawson, noot bij het arrest<br />
Hornsby / Griekenland dd. 19 maart 1997, S.E.W. 1997, pg. 339).<br />
Het redelijk karakter van de duur van de procedure, in casu de uitvoeringstermijn, dient<br />
beoordeeld in functie van de omstandigheden van de zaak - rekening houdend met de<br />
criteria bepaald door de rechtspraak van het Europees Hof - in het bijzonder de ingewikkeldheid<br />
van de zaak, de houding van de verzoeker en die van de bevoegde overheden<br />
(Hof Mensenrechten dd. 7 december 1999, Bouilly / Frankrijk, E.C.H.R., 4 januari 2000).<br />
5) In deze antwoordt (de eiser) niet op de vraag waarom zolang geen enkel initiatief<br />
genomen werd. Zelfs zo de mogelijkheid tot ambtshalve afbraak, voorzien in het arrest,<br />
niet de verplichting impliceert om op te treden, werd in deze zaak geen enkel initiatief tot<br />
uitvoering genomen noch op het vlak van de betekening, noch op het vlak van de eventuele<br />
opeising van de dwangsommen.<br />
Er wordt evenmin enige aanvaardbare reden gegeven waarom (de eiser) de door het<br />
arrest aangeboden instrumenten en drukkingsmiddelen totaal ongebruikt liet gedurende 13<br />
jaar, zelfs al had (de verweerder) zelf een uitvoeringsplicht.<br />
(De eiser) is er voor verantwoordelijk dat zij de doelgebonden bevoegdheid, voorzien<br />
in het arrest, niet binnen een redelijke termijn uitvoerde.<br />
Evenwel, zo wegens gewijzigde stedenbouwkundige omstandigheden de overheid<br />
afziet van uitvoering, omdat de gevorderde maatregel bijvoorbeeld niet meer verantwoord<br />
is, blijft het ongemotiveerd en langdurig negeren van een rechterlijke uitspraak zelfs een<br />
daad van onbehoorlijk bestuur (De Taeye, S., Handhaving ruimtelijke ordening, Gent,<br />
Mys & Breesch, 1999, pg. 82, nr. 197).<br />
6) (De verweerder) heeft dus wel degelijk een rechtmatig belang en het recht om dit<br />
langdurig negeren en stilzitten te laten toetsen aan het EVRM en meer bepaald aan de in<br />
artikel 6.1 voorziene redelijke termijn.<br />
Zo hij veroordeeld werd tot afbraak van het illegaal bouwwerk binnen de voorziene<br />
termijn van 10 maanden, werd aan de overheid ook machtiging gegeven, bij gebreke dit te<br />
doen, zelf over te gaan tot afbraak of een dwangsom te eisen. Dit wijst erop dat (de<br />
verweerder) zich kan en mag vergenoegen met een passieve houding, terwijl hij zich in<br />
die hypothese wel aan bepaalde risico's blootstelt. In hoofde van (de verweerder) volgt uit<br />
het arrest geen 'positieve verplichting tot loyale uitvoering' van het arrest.<br />
(De eiser) gaf geen enkel signaal dat zij de uitvoering van het arrest zou benaarstigen,