AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nr. 42 - 16.1.09 HOF VAN CASSATIE 173<br />
De opzegging uitgaande van de verpachter dient dus aan de overnemer te worden betekend<br />
en de redenen van opzegging dienen in hoofde van de overnemer te bestaan.<br />
(Eeckloo R. en Gotzen R., Pacht en verkoop, Leuven, Uitgave van de Belgische Boerenbond,<br />
1990, 271).<br />
8. De verpachters stellen nog dat zij niet op de hoogte waren van de pachtoverdracht en<br />
dat zij derhalve de opzeg dienden te betekenen aan de door hun gekende pachters.<br />
Nochtans werd op 12 december 2005 de pachtprijs door de overnemer betaald op het<br />
bankrekeningnummer van de verpachters, pachtprijs die door de verpachters werd teruggestort.<br />
Vervolgens werd hen op de verzoeningszitting van het vredegerecht te Tienen van 7<br />
maart 2006 door de oorspronkelijke pachter uitdrukkelijk medegedeeld dat zij hun bedrijf<br />
hadden overgelaten aan hun zoon, D.S. op 5 januari 2005, hetgeen door de verpachters<br />
niet wordt betwist.<br />
Verpachters waren derhalve sedert 12 december 2005, minstens 7 maart 2006, op de<br />
hoogte van de pachtoverdracht en er is geen enkele reden waarom zij ten aanzien van de<br />
overnemer niet het nodige hadden kunnen doen.<br />
De door de verpachters gegeven opzeg van 25 november 2005 aan de oorspronkelijke<br />
pachters was dan ook niet rechtsgeldig".<br />
Grieven<br />
Overeenkomstig artikel 8, §1, kan de verpachter gedurende elk van de opeenvolgende<br />
pachtperiodes, met uitsluiting van de eerste en de tweede, in afwijking van artikel 4 een<br />
einde maken aan de pacht om zelf het verpachte goed geheel te exploiteren of de exploitatie<br />
ervan geheel over te dragen aan zijn echtgenoot, aan zijn afstammelingen of aangenomen<br />
kinderen of aan die van zijn echtgenote of aan de echtgenoten van de voormelde<br />
afstammelingen of aangenomen kinderen of aan zijn bloedverwanten tot de vierde graad.<br />
Overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de Pachtwet bedraagt in een dergelijk geval de<br />
opzeggingstermijn tenminste drie jaar en ten hoogste vier jaar. Uit de vaststellingen van<br />
de appelrechters blijkt dat door de eisers een pachtopzegging werd betekend bij aangetekend<br />
schrijven van 25 november 2005 met een opzeggingstermijn van drie jaar om te<br />
eindigen tegen 30 november 2008.<br />
Overeenkomstig artikel 34 van de Pachtwet kan de pachter, zonder toestemming van de<br />
verpachter, zijn pacht geheel overdragen aan zijn afstammelingen of aangenomen<br />
kinderen of aan die van zijn echtgenoot of aan de echtgenoten van de voormelde afstammelingen<br />
of aangenomen kinderen. In dat geval treedt de overnemer in al de rechten en<br />
verplichtingen die uit de pacht voortvloeien maar de overdrager blijft met hem hoofdelijk<br />
gehouden tot de verplichtingen die uit de pacht zijn ontstaan. Uit het onderling verband<br />
tussen de artikelen 34, 35 en 57 van de Pachtwet volgt dat dergelijke overdracht van pacht<br />
die aan de in artikel 34 van die wet bepaalde personen is gedaan zonder de toelating van<br />
de verpachter aan deze kan worden tegengeworpen zonder dat moet zijn voldaan aan de<br />
pleegvormen die in artikel 1690 van het Burgerlijk Wetboek, zowel voor als na de wijziging<br />
van dit artikel bij de wet van 6 juli 1994 is voldaan. Uit de samenlezing van deze<br />
artikelen 34, 35 en 57 alsook van artikel 37, §1, 1°, van de Pachtwet vloeit evenwel niet<br />
voort dat een opzegging die door de verpachter wordt gedaan overeenkomstig artikel 8<br />
van de Pachtwet met inachtneming van een opzeggingstermijn van 3 jaar overeenkomstig<br />
artikel 11, lid 3, van de Pachtwet vooraleer de verpachter op de hoogte is van het feit dat<br />
de pachters pachtoverdracht hebben gedaan overeenkomstig artikel 34 van de Pachtwet<br />
niet rechtsgeldig zou zijn omdat zij niet werd gedaan aan de pachtovernemer waarvan het<br />
bestaan aan de verpachter niet bekend was. Ofschoon de pachtoverdracht overeenkomstig<br />
artikel 34 van de Pachtwet, niet onderworpen is aan het formalisme van artikel 1690 van<br />
het Burgerlijk Wetboek om tegenwerpelijk te zijn aan de verpachter is niettemin vereist