02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

130 HOF VAN CASSATIE Nr. 34 - 15.1.09<br />

Nr. 34<br />

1° KAMER - 15 januari <strong>2009</strong><br />

GEMEENTE-, PROVINCIE- EN PLAATSELIJKE BELASTINGEN —<br />

GEMEENTEBELASTINGEN - STAD BRUSSEL - BELASTINGVERORDENING -<br />

VERWAARLOOSDE GEBOUWEN EN PERCELEN - BELASTING - VOORWAARDE - VASTSTELLING VAN<br />

VERWAARLOZING - INHOUD<br />

Uit de artikelen 1, 2 en 5 van de belastingverordening van de stad Brussel van 18<br />

december 1995 die voor de dienstjaren 1996 tot 2000 een belasting heft op de volledig of<br />

gedeeltelijk verwaarloosde gebouwen en op de niet bebouwde verwaarloosde percelen,<br />

volgt dat de staat van verwaarlozing, als bedoeld in artikel 2, de gegevens moet bevatten<br />

die de staat van verwaarlozing van het gebouw aantonen, aangezien geen belasting kan<br />

worden geheven als die voorwaarde niet is vervuld.<br />

(STAD BRUSSEL T. V.)<br />

ARREST (vertaling)<br />

(A.R. F.07.00<strong>01</strong>.F)<br />

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF<br />

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest, op 7 juni 2006 gewezen door het<br />

Hof van Beroep te Brussel.<br />

De voorzitter Christian Storck heeft verslag uitgebracht.<br />

Advocaat-generaal André Henkes heeft geconcludeerd.<br />

II. CASSATIEMIDDELEN<br />

De eiseres voert in haar verzoekschrift één middel aan.<br />

Geschonden wettelijke bepalingen<br />

- de artikelen 1, 2 en 5 van de verordening van de stad Brussel van 18 december 1995<br />

tot heffing van een belasting op de verwaarloosde gebouwen voor de dienstjaren 1996 tot<br />

2000.<br />

Aangevochten beslissingen<br />

Het arrest heeft vastgesteld, deels met verwijzing naar de vaststellingen van de eerste<br />

rechter, dat een agent van eiseres op 27 oktober 1999 een vaststelling van verwaarlozing<br />

heeft opgesteld voor een gebouw dat in de stad Brussel is gelegen en waarvan de<br />

verweerder het vruchtgebruik heeft; die vaststelling vermeldt dat "het goed (...) uiterlijke<br />

kenmerken vertoont waaruit kan worden afgeleid dat het niet bewoond of niet geëxploiteerd<br />

wordt"; "afval van leidingen, dakgoten in slechte staat, sporen van waterinsijpeling";<br />

dat die vaststelling bij brief van 15 december 1999 ter kennis van de verweerder werd<br />

gebracht; dat op 21 december 2000 een belasting van 388.800 frank voor het dienstjaar<br />

2000 ten laste van de verweerder werd ingekohierd en dat hem op 19 januari 20<strong>01</strong> een<br />

aanslagbiljet werd verstuurd; dat de verweerder na het afwijzen van zijn bezwaarschrift<br />

door het college van burgemeester en schepenen van de eiseres een beroep heeft ingesteld<br />

bij de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel; dat die rechtbank de ontheffing van de litigieuze<br />

aanslag heeft bevolen omdat "de drie gegevens die in de vaststelling worden<br />

vermeld op zichzelf niet volstaan om aan te tonen of te vermoeden dat het gebouw<br />

bewoond noch geëxploiteerd werd; dat de [eiseres] geen enkel ander bewijselement<br />

aanvoert, zoals het bevolkingsregister of een vaststelling dat er in het gebouw geen enkele

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!