02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

168 HOF VAN CASSATIE 16.1.09 - Nr. 41<br />

persoonlijk contact met het kind van de eisers worden toegekend op voorwaarde dat hij<br />

aantoont een bijzondere affectieve band met het kind te hebben.<br />

Dit veronderstelt dat de verweerder aantoont dat hij met het kind een bijzondere affectieve<br />

band heeft en het kind met hem. Wanneer die bijzondere affectieve band niet, of niet<br />

meer, bestaat in hoofde van het kind, kan immers geen recht op persoonlijk contact aan<br />

een derde worden toegekend, ook niet wanneer de beslissingsgerechtigde ouder de<br />

vervreemding en verdwijning van de affectiviteit van het kind ten opzichte van de derde<br />

in de hand zou hebben gewerkt. Het artikel 375bis van het Burgerlijk Wetboek voorziet<br />

terzake immers in geen uitzondering op de vereiste van een bijzondere affectieve band<br />

tussen het kind en de derde.<br />

Het bestreden arrest stelt vast dat de affectieve band volgens de justitieassistente thans<br />

niet meer bestaat in hoofde van het kind (1) en dat het kind thans geen herinnering meer<br />

blijkt te hebben aan de verweerder (2).<br />

Nu het bestreden arrest aldus vaststelt dat het kind van de eisers geen bijzondere affectieve<br />

band meer heeft met de verweerder, kon het niet wettig een recht op persoonlijk<br />

contact met het kind aan de verweerder toekennen op grond van de overweging dat de<br />

eiseres, als ouder, de vervreemding en verdwijning van de affectiviteit ten opzichte van de<br />

verweerder in de hand zou hebben gewerkt (schending van het artikel 375bis van het<br />

Burgerlijk Wetboek en van artikel 3.1 van het Verdrag van 20 november 1989 zoals nader<br />

gepreciseerd in dit onderdeel en in de aanhef van het middel).<br />

Tweede onderdeel<br />

Luidens artikel 375bis, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek hebben de grootouders<br />

het recht persoonlijk contact met het kind te onderhouden. Datzelfde recht kan aan ieder<br />

andere persoon worden toegekend, indien hij aantoont dat hij met het kind een bijzondere<br />

affectieve band heeft.<br />

Overeenkomstig het tweede lid van dit artikel wordt, bij gebreke van een overeenkomst<br />

tussen de partijen, over de uitoefening van dat recht in het belang van het kind op verzoek<br />

van de partijen of van de procureur des Konings beslist door de jeugdrechtbank.<br />

Het artikel 3.1 van het Verdrag van 20 november 1989 inzake de rechten van het kind<br />

opgemaakt te New-York, goedgekeurd bij wet van 25 november 1991 en bij decreet van<br />

de Vlaamse Gemeenschap van 15 mei 1991, schrijft voor dat de belangen van het kind de<br />

eerste overweging vormen bij alle maatregelen betreffende kinderen genomen door rechterlijke<br />

instanties.<br />

Aan een derde, geen ouder of grootouder zijnde, kan bijgevolg enkel een recht op<br />

persoonlijk contact met een kind worden toegekend op voorwaarde dat die derde aantoont<br />

een bijzondere affectieve band met het kind te hebben.<br />

Het recht op persoonlijk contact kan bijgevolg niet aan een derde worden toegekend om<br />

een verdwenen bijzondere affectieve band met het kind te doen terugkeren vermits het<br />

recht op persoonlijk contact een bestaande bijzondere affectieve band veronderstelt.<br />

Het bestreden arrest neemt aan dat er een bijzondere actieve band bestond tussen de<br />

verweerder en het kind (1), dat deze affectieve band thans echter niet meer bestaat in<br />

hoofde van het kind (2), dat het kind thans geen herinnering meer blijkt te hebben aan de<br />

verweerder (3), maar dat deze affectieve band spoedig kan terugkeren eens er terug<br />

contacten worden gelegd tussen de verweerder en het kind (4).<br />

Nu het bestreden arrest vaststelt dat het kind van de eisers geen bijzondere affectieve<br />

band meer heeft met de verweerder, kon het niet wettig beslissen aan de verweerder een<br />

recht op persoonlijk contact met het kind toe te kennen op grond van de overweging dat<br />

de affectieve band spoedig kan terugkeren eens terug contacten worden gelegd tussen de<br />

verweerder en het kind. Het recht op persoonlijk contact met het kind veronderstelt

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!