02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

136 HOF VAN CASSATIE 15.1.09 - Nr. 36<br />

Advocaat-generaal André Henkes heeft geconcludeerd.<br />

II. CASSATIEMIDDELEN<br />

De eiseres voert een middel aan.<br />

Geschonden wettelijke bepalingen<br />

- de artikelen 49, 52, 3°, inzonderheid b), 59 (de twee laatstgenoemde bepalingen, voor<br />

de wijziging ervan bij de wet van 28 april 2003), 195 (deze bepaling, zoals gewijzigd bij<br />

het koninklijk besluit van 20 december 1996, voor de wijziging ervan bij de wet van 28<br />

april 2003) en 208 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992;<br />

- de artikelen 34 en 35 (laatstgenoemde bepaling, voor de wijziging ervan bij het<br />

koninklijk besluit van 1 maart 2005) van het besluit tot uitvoering van het Wetboek van<br />

de Inkomstenbelastingen 1992.<br />

Aangevochten beslissingen<br />

Het hof van beroep heeft in het arrest alvorens recht te doen van 16 november 2005 en<br />

in het bestreden arrest, zakelijk weergegeven, het volgende vastgesteld: (1) "(de eiseres)<br />

heeft met OMOB een groepsverzekering afgesloten ter financiering van een extralegaal<br />

aanvullend pensioen voor haar drie werkende vennoten; artikel 11 van de overeenkomst<br />

voorzag in de betaling (...) van jaarlijks voorafbetaalbare premies van 50.000 frank per<br />

aangeslotene [en] is gewijzigd in het bijvoegsel van 26 juni 1996. Dit bepaalt dat er ter<br />

financiering van de diensten bij de verzekeringnemer voor de aansluiting eenmalige<br />

premies en eventuele bonificaties voor dienstjaren zullen kunnen worden gestort"; (2) "de<br />

volgende bedragen zijn gestort als eenmalige premies bovenop de drie jaarlijkse premies<br />

van 50.000 frank : (...) in 1998: 3 x 250.000 frank (factuur van 28 oktober 1998) alsook<br />

twee bijkomende eenmalige premies van respectievelijk 4.200.000 frank en 1.200.000<br />

frank (facturen van 25 november 1998)"; (3) de algemene vergadering van de eiseres<br />

heeft op 26 november 1998 besloten de vennootschap te vereffenen "na een beslissing tot<br />

herstructering van Dexia Bank en binnen dat kader had (de eiseres) recht op een zeer<br />

aanzienlijke vergoeding (15.629.590 frank), die ze ook daadwerkelijk ontvangen heeft";<br />

(4) nadat de eerste rechter een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het bijzonder<br />

belastingjaar 1998 en een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar 1999<br />

nietigverklaard had, heeft de administratie op grond van artikel 356 van het Wetboek van<br />

de Inkomstenbelastingen 1992 ten laste van de eiseres een aanvullende aanslag ingekohierd<br />

die gebaseerd was op de beslissing om de aftrek als beroepskosten van de in 1998<br />

betaalde eenmalige premies te verwerpen.<br />

Vervolgens verklaart het hof van beroep de voormelde aanslag geldig (behalve wat<br />

betreft het bedrag van de verhoging).<br />

Het motiveert die beslissing als volgt:<br />

"[De eiseres] beweert dat alleen al de naleving van de in de artikelen 52, 3°, b, en 59<br />

van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 bepaalde voorwaarden de aftrek<br />

voldoende verantwoordt, aangezien in die 'bijzondere' bepalingen uitdrukkelijk staat dat<br />

die premies als bedrijfslasten worden aangemerkt en de artikelen 34 en 35 van het besluit<br />

tot uitvoering van dit wetboek het juist mogelijk maken te bepalen in hoeverre de premies<br />

moeten worden geacht gestort te zijn om de belastbare inkomsten te verkrijgen of te<br />

behouden (artikel 35, §3, 3°, dat overigens uitdrukkelijk voorziet in de mogelijkheid van<br />

'inhaalpremies' voor de voorbije dienstjaren).<br />

Dit betoog is niet steekhoudend, aangezien het bepaalde in artikel 49 van het Wetboek<br />

van de Inkomstenbelastingen 1992 een heel algemene principiële draagwijdte heeft die<br />

gebiedt dat de administratie van geval tot geval nagaat of de uitgaven wel degelijk zijn<br />

gedaan of gedragen om bedrijfsinkomsten te verkrijgen of te behouden.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!