02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

70 HOF VAN CASSATIE 8.1.09 - Nr. 18<br />

Het Hof,<br />

Verwerpt het cassatieberoep.<br />

Veroordeelt de eiser in de kosten.<br />

8 januari <strong>2009</strong> – 1° kamer – Voorzitter: de h. Storck, voorzitter – Verslaggever: mevr.<br />

Matray – Gelijkluidende conclusie van de h. de Koster, advocaat-generaal met opdracht –<br />

Advocaten: mrs. Verbist en Mahieu.<br />

Nr. 19<br />

1° KAMER - 9 januari <strong>2009</strong><br />

1º DOUANE EN <strong>AC</strong>CIJNZEN - RECHTEN BIJ INVOER OF UITVOER - NIET-GEHEVEN RECHTEN -<br />

PROCEDURE TOT NAVORDERING - VOORWAARDEN<br />

2º DOUANE EN <strong>AC</strong>CIJNZEN - RECHTEN BIJ INVOER OF UITVOER - NIET-GEHEVEN RECHTEN -<br />

PROCEDURE TOT NAVORDERING - TERMIJN VAN DRIE JAAR - AFWIJKING - STRAFRECHTELIJK<br />

VERVOLGBARE HANDELING - TOEPASSINGSVOORWAARDEN<br />

1º De bevoegde douaneautoriteiten kunnen een procedure instellen tot navordering van de<br />

niet-geheven rechten op grond van de Verordening (EG) nr. 1697/79 van de Raad van 24<br />

juli 1979 wanneer de betalingsverplichting volgt uit de niet-naleving van de voorwaarden<br />

van een bepaalde douaneregeling; de omstandigheid dat er geen aangifte zou zijn<br />

uitgereikt waaruit de verplichting tot betaling voortvloeit, is niet doorslaggevend voor de<br />

toepassing van die verordening 1 (Art. 2.1, eerste lid, E.E.G.-Verordening nr 1697/79 van<br />

de Raad van 24 juli 1979 inzake navordering van de rechten bij invoer of bij uitvoer)<br />

2º Voor de toepassing van artikel 3 van de Verordening (EG), nr. 1679/79 van de Raad van<br />

24 juli 1979, krachtens welke bepaling de in artikel 2 van die verordening gestelde termijn<br />

van drie jaar om de procedure tot navordering van niet-geheven rechten in te leiden niet<br />

van toepassing is in geval van strafrechtelijk vervolgbare handelingen, is niet vereist dat<br />

de autoriteiten niet in staat waren om binnen de termijn van drie jaar het juiste bedrag<br />

van de rechten bij invoer of bij uitvoer vast te stellen 2 (Artt. 2.1, tweede lid, en 3, E.E.G.-<br />

Verordening nr 1697/79 van de Raad van 24 juli 1979 inzake navordering van de rechten<br />

bij invoer of bij uitvoer)<br />

(BELGISCH INTERVENTIE-EN RESTITUTIEBUREAU T. GERL<strong>AC</strong>H & Co GmbH)<br />

Conclusie van advocaat-generaal Dirk Thijs:<br />

1. De vennootschap naar Duits recht Gerlach & C° GmbH (verweerster in cassatie) gaf<br />

als expediteur in de periode tussen 13 april 1992 en 2 december 1992 meerdere zendingen<br />

melkpoeder aan bij de Belgische douaneadministratie. Deze aangiften gebeurden middels<br />

T1-documenten in het kader van een douaneregeling extern douanevervoer. Hierbij treedt<br />

een schorsingsregeling in werking die het mogelijk maakt om niet-communautaire<br />

goederen tussen twee plaatsen gelegen binnen het douanegebied van de Europese Unie te<br />

vervoeren zonder dat deze goederen worden onderworpen aan rechten bij invoer en<br />

1 Zie de conclusie van het O.M.<br />

2 Ibid.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!