AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nr. 21 - 12.1.09 HOF VAN CASSATIE 95<br />
- de artikelen 3 en 4 van het Verdrag van Rome van 19 juni 1980 inzake het recht dat<br />
van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, hierna "het Verdrag van Rome".<br />
Aangevochten beslissing<br />
Het bestreden arrest stelt het volgende vast : "(de verweerder) (...) ondertekent, met het<br />
oog op het verlenen van diensten als burgerlijk ingenieur bouwkunde, (...) op 20 oktober<br />
1970 een overeenkomst van technische samenwerking met de (verweerster) (...) en, op 19<br />
november 1970, een overeenkomst van aanwerving met de (eiseres), die op 4 juni 1974<br />
door een overeenkomst vervangen wordt (...); de overeenkomst van technische samenwerking,<br />
die bij de voormelde overeenkomst van aanwerving gevoegd wordt om daar onlosmakelijk<br />
deel van uit te maken, bepaalt dat geschillen volgens de Congolese wet beslecht<br />
worden, met de Rechtbank van Eerste Aanleg van Brussel als enige bevoegde rechtscollege;<br />
nadat (de verweerder), enerzijds, van (de verweerster) op 11 juni 1999 een brief<br />
ontvangen had waarin de overeenkomst van technische samenwerking met onmiddellijke<br />
uitwerking beëindigd werd en, anderzijds, van (de eiseres) op dezelfde datum een brief<br />
ontvangen had waarin hem werd meegedeeld dat de vennootschap in een situatie<br />
verkeerde die tot de stopzetting van de activiteiten kon leiden en dat zij hem tijdelijk vrijstelde<br />
van de verplichting om te werken, ('wat leidt tot de opschorting van uw overeenkomst<br />
en van de uitbetaling van uw bezoldigingen', waarbij het personeelslid evenwel het<br />
recht behield op de huisvesting die hem bij overeenkomst ter beschikking was gesteld,<br />
evenals het recht op de geneeskundige verzorging in de medische instellingen van de<br />
(eiseres), het recht op de schoolvergoeding of het recht op scholing in de scholen van (de<br />
eiseres), het recht op maïsbloem en op de water- en elektriciteitsvergoeding), heeft (de<br />
verweerder), in een omstandig gemotiveerde brief van 26 juni 1999, de gezamenlijke<br />
tekortkomingen van die twee vennootschappen omschreven als daden die leiden tot de<br />
onrechtmatige beëindiging van die twee overeenkomsten (...); in de gedinginleidende<br />
dagvaarding verklaart (de verweerder) dat zijn brief van 26 juni 1999 uitvoerig beschrijft<br />
hoe (de eiseres) en (de verweerster) onregelmatige standpunten innemen en hoe hij deze<br />
kwalificeert als fouten die gelijk staan met beëindiging".<br />
Het bestreden arrest beslist vervolgens dat het de eiseres is die de arbeidsovereenkomst<br />
van de verweerder beëindigd heeft, veroordeelt haar bijgevolg, ten dele in solidum met de<br />
verweerster, om aan de verweerder een compensatoire opzeggingsvergoeding te betalen,<br />
bepaalde kosten terug te betalen en een schadeloosstelling te betalen, en verklaart haar<br />
tegenvordering om van de verweerder een compensatoire opzeggingsvergoeding te<br />
verkrijgen, niet-gegrond.<br />
Het bestreden arrest grondt die beslissing op de volgende gronden :<br />
"Thans moet nog uitgemaakt worden of (de verweerder), op grond van die eenzijdige<br />
beslissing van (de eiseres) om hem voor onbepaalde tijd te ontslaan van de verplichting<br />
om arbeid te verrichten en om, tegelijkertijd, zichzelf te ontslaan van de verplichting om<br />
haast alle bestanddelen van de bezoldiging uit te betalen, zonder duidelijke toezegging<br />
wat betreft de regeling van de achterstallige betalingen, kan betogen dat (de eiseres) de<br />
overeenkomst onrechtmatig heeft beëindigd. De arbeidsovereenkomst wordt omschreven<br />
in artikel 4-c van het Congolese Arbeidswetboek. Het heeft betrekking op alle schriftelijke<br />
of mondelinge overeenkomsten op grond waarvan een persoon, de werknemer, zich<br />
ertoe verbindt om aan een andere persoon, de werkgever, handarbeid of andere arbeid te<br />
leveren, onder de leiding en het al dan niet rechtstreekse gezag van laatstgenoemde, en<br />
tegen betaling van loon. Artikel 39 van datzelfde wetboek bepaalt het volgende : 'le<br />
travailleur a l'obligation d'exécuter personnellement son travail, dans les conditions, au<br />
temps et au lieu convenus. Il doit agir conformément aux ordres qui lui sont donnés par<br />
l'employeur ou son préposé, en vue de l'exécution du contrat. Il doit respecter les règlements<br />
établis pour l'établissement, l'atelier ou le lieu dans lequel il doit exécuter son<br />
travail'. Tegelijkertijd moet de werkgever de werknemer de overeengekomen arbeid