02.05.2013 Views

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

AC 01 2009 (PDF, 1.76 MB) - Federale Overheidsdienst Justitie

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nr. 58 - 22.1.09 HOF VAN CASSATIE 239<br />

Belgische overheid - de Registratiecommissie Aannemers - te laten onderzoeken;<br />

2° Is de verplichting om geregistreerd te zijn teneinde in België een overheidsopdracht<br />

toegewezen te krijgen, zoals die welke opgelegd wordt door artikel I.G. van het bestek dat<br />

te dezen van toepassing is, niet strijdig met dat beginsel van vrij verkeer binnen de Europese<br />

Unie en met dat artikel 24, tweede lid, indien ze zo moet worden uitgelegd dat ze de<br />

aanbestedende overheid de mogelijkheid biedt de buitenlandse inschrijver-aannemer die<br />

niet geregistreerd is maar de gelijkwaardige attesten van zijn nationale overheden overlegt,<br />

van de opdracht uit te sluiten ?<br />

III. BESLISSING VAN HET HOF<br />

Beoordeling<br />

Eerste onderdeel<br />

Het arrest, dat beslist dat, hoewel de verweerster "verzuimd heeft de offerte<br />

van de (eiseressen) te verwerpen en ze met de andere offertes vergeleken heeft<br />

alvorens de overheidsopdracht te gunnen, de offerte automatisch en onafhankelijk<br />

van haar wil nietig was, en (dat) de verweerster niet van die nietigheid kon<br />

afzien zonder voormeld artikel 25 te overtreden of het beginsel van gelijkheid<br />

van de inschrijvers te miskennen", antwoordt op de conclusie waarin de eiseressen<br />

betoogden dat hun offerte was verworpen om redenen die betrekking<br />

hadden op de grond van de zaak en niet wegens de niet-ontvankelijkheid van die<br />

offerte.<br />

Het onderdeel mist feitelijke grondslag.<br />

Tweede onderdeel<br />

Luidens artikel 15, §7, van het koninklijk besluit van 22 april 1977 betreffende<br />

de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten,<br />

zoals het op de litigieuze overheidsopdracht van toepassing was, moet de<br />

inschrijver, opdat zijn inschrijving als regelmatig kan worden beschouwd, als<br />

aannemer geregistreerd zijn overeenkomstig artikel 299bis van het Wetboek van<br />

de inkomstenbelastingen (1964) en artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot<br />

herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke<br />

zekerheid der arbeiders.<br />

Het arrest past deze bepaling toe om te beslissen dat de inschrijving van de<br />

eiseressen niet regelmatig was, aangezien het bestek van de overheidsopdracht,<br />

op straffe van nietigheid van de offerte, vereiste dat er een afschrift van de registratieaanvraag<br />

bij de inschrijving gevoegd zou worden.<br />

Het onderdeel betoogt dat het arrest, door aldus te beslissen, hoewel de eiseressen<br />

de vereiste en met de registratie gelijkwaardige fiscale en sociale attesten<br />

hadden overgelegd, artikel 24, tweede lid, van de Richtlijn 93/37/EEG van de<br />

Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het<br />

plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken, heeft<br />

geschonden, evenals, derhalve, de artikelen 49 en 50 van het Verdrag van Rome<br />

en artikel 159 van de Grondwet, en de in het middel bedoelde algemene rechtsbeginselen<br />

heeft miskend.<br />

De toetsing van dat onderdeel, dat in hoofdzaak betrekking heeft op de aange-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!