27.09.2013 Views

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

191<br />

*<br />

Om schoon en moy te zyn, dat zy nu zijn vol sieckt,<br />

Vol quellings, en vol fluyms, waardoor dat zy verwerven 972<br />

Een leven sonder lust, en sterven sonder sterven:<br />

Recht als die Blieck-vyst, die daar gist'ren achter sat, 974<br />

975 Die om dit nuwe snofs-wit so veel rommelinghs at, 975<br />

Van Boeckweyt, Gort en Krijt, en watter te koope // was,<br />

Nu gaatse goede Meydt, of haar peeckel ontloope // was: 977<br />

Dan klaachtse voor haar hart, dan wijstse voor haar Borst,<br />

Ach Moertje seydse lest: daer leydt myn sulcken korst, 979<br />

980 Met vielse op haer buyck en gaf drie groote kreeten:<br />

Doen sprackse overluydt, 'k sal myn leven niet eten<br />

Dat ongesonde tuych <strong>van</strong> onbereyde spijs,<br />

Van raeuwe Taruwe graan, <strong>van</strong> Haver, Garst, of Rijs,<br />

Van sant, <strong>van</strong> turf, <strong>van</strong> as, <strong>van</strong> koolle noch koolstruycken,<br />

985 Ick sal in alle ding myn ouwers raat gebruycken.<br />

Ick kander oock een deel die heele groote lappen 986<br />

Van wolle laaken uyt haar rock en Huycken kappen: 987<br />

Vondese de schuurmanckt met d'ooly-doecken staen, 988<br />

Hoe souw dat volck dan wel in grasduynen gaen! 989<br />

990 Die Rijcke luy'er kluer die staater mennich duur, 990<br />

Ick laat de Joffers staan, die swack zyn <strong>van</strong> natuur: 991<br />

* 974 A*BCD Blieck-vuyst - 975 A*BCD snofs wit - 983 CD Tarwe - 985 A*BCD dinghen - 988<br />

D Vondense - 990 CD menich - 991 A dieswack<br />

972 quellings: ziekte (vgl. vs. 141); fluyms: slijm, katar (‘Partitieve’ tweede-naam-valsvormen na<br />

vol).<br />

974 Blieck-vyst: bleekscheet, bleekneus; achter: achter in de zaal.<br />

975 snofs-wit: mode-bleekheid; over de vele middelen om mooi bleek te worden, zie Stoett, blz.<br />

153; rommelinghs: mengelmoes, rommel (Partitieve tweede naamval na veel).<br />

977 of haar peeckel ontloope was: of alle kracht eruit is.*<br />

979 Moertje: vrouwtje, lieve juffrouw; leydt: zit.<br />

986 kander een deel: ken er een aantal.<br />

987 Huycken: lange mantels, met kap.<br />

988 schuurmanckt: mand met poetsgerei; ooly-doecken: poetsdoeken om de olie uit te wrijven.<br />

Stoett blz. 154, geeft aanhalingen waaruit blijkt dat men tarwekorrels, krijt, dovekolen at om<br />

een blanke huid te krijgen, maar <strong>van</strong> wol wordt geen melding gemaakt.<br />

989 in grasduynen gaen: zich te goed doen.<br />

990 mennich: menigeen.<br />

991 laat staan: laat daar.<br />

G.A. <strong>Bredero</strong>, <strong>Moortje</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!