27.09.2013 Views

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

236<br />

*<br />

Die een heele uytstrenghen dach gaen loopen by de meyt, 1482<br />

Ghelijck als men <strong>van</strong> Dirick-door tot een geggetje seyt, 1483<br />

Die niet troeven en kon, maar dat hy eerst lierde // dat 1484<br />

1485 Bij Lysje met een oor, dan 'tkosten hem wel een half vierde // vat 1485<br />

Rabbauwen, met een beniste Koeck, en dardalfpont karstengen. 1486<br />

Wat noch prijs ick myn selfs, ick weetmen tijdt beter door te brengen<br />

Met een pasdijsje, een trocentje, een ticktackje en een verkeertje, 1488<br />

Wat seghje daar of eellegeest? kuen gyt niet, hoort hier! ick leertje; 1489<br />

1490 Waarachtich ick sech eer ick de meyt wou loopen na haar gat 1490<br />

Ick wouw liever dat sy de fransoysen of sintvelten hadt, 1491<br />

Komt gaat met ons en drinckt een kannewijns, of anders wat sel icker<br />

Meer of segghen? als Melckert is een rechte meyde-melcker: 1493<br />

Loopt schijten met de meysjes, ick ry liever te Paart, 1494<br />

1495 Een singeltjen eens om, dat is toch de moeyten waart.<br />

+ 1496<br />

Ick wouw liever een roosenobel verrosesoolesen en vertabacken,<br />

Eer ick by dat geschuerde goedt sou praeten alderleye quacken. 1497<br />

Of ick ga so lief in een Kaatsbaan en haal een warm lijf,<br />

Dat komt so nauw niet, al verspeul ick hondert gulden vier vijf, 1499<br />

* 1488 A*B vertkeertje - 1491 B sint felten - 1496 A*BCD verrosesolissen<br />

1482 uytstrenghen dach: godganselijke dag.<br />

1483 Dirick-door: Dirk de zot; tot een geggetje: als lolletje.<br />

1484 troeven: copuleren; maar dat hy enz.: dan toen hij het eerst geleerd had.<br />

1485 dan: maar.<br />

1486 Rabbauwen: grauwe reinetten; beniste Koeck: menniste koek, een soort peperkoek;<br />

dardalfpont: tweeëneenhalf pond (eig. het derde half); karstengen: kastanjes.<br />

1488 pasdijsje: (passe-dix) dobbelspel met 3 stenen. Men moet boven 10 werpen en op 2 stenen<br />

evenveel; trocentje: (trois cents) een niet meer bekend dobbelspel; ticktackje: triktrakspel;<br />

verkeertje: spel op het verkeerbord, triktrak.<br />

1489 daar of: daar<strong>van</strong>; eellegeest: beste man.<br />

1490 na: achter.<br />

1491 de fransoysen: syfilis; sintvelten: vallende ziekte.<br />

1493 meyde-melcker: iem. die de meiden naloopt.<br />

1494 Loopt schijten met: hoepel op met.<br />

1496 roosenobel: gouden munt, ± 9 toenmalige guldens; verrosesoolesen: opmaken aan het drinken<br />

<strong>van</strong> rosolis, een likeur, gemengd met vruchten en bloemen; vertabacken: aan tabak besteden.<br />

1497 dat geschuerde goedt: de vrouwen (Erot. Wdb., blz. 58); quacken: zotte vertellingen, moppen.<br />

1499 verspeul: in de kaatsbanen werd om (soms grof) geld gekaatst en geraket.<br />

G.A. <strong>Bredero</strong>, <strong>Moortje</strong><br />

+ E 2 r o

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!