27.09.2013 Views

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

84<br />

heelemààl autochthoon’ aandoet 1 . Knuvelder tenslotte zegt in een paar regels niets<br />

nieuws 2 .<br />

Ongeveer tegelijk echter met de eerste druk <strong>van</strong> Knuvelders Handboek verscheen<br />

deel IV <strong>van</strong> het door Baur geredigeerde standaardwerk. Daarin hadden Overdiep<br />

en zijn leerling Van Es de Renaissancelitteratuur voor hun rekening genomen.<br />

Overdiep in zijn diepgaande bespreking <strong>van</strong> <strong>Moortje</strong> acht ‘de realistische intermezzo's<br />

in vertelden vorm’ <strong>van</strong> belang: ‘Hier schilderde <strong>Bredero</strong> voor “de slechte gemeente”<br />

het Amsterdamsche leven in den “goeden” ouden tijd <strong>van</strong> dertig, veertig jaren her,<br />

zooals het zich afspeelde rondom de buurt waar <strong>Bredero</strong> woonde, de Oudezijds<br />

<strong>Voorburg</strong>wal.’ 3 Hij ziet het stuk ook als toneelspel: ‘Een meesterwerk <strong>van</strong> parodie,<br />

<strong>van</strong> burleske dramatiek is de aanval <strong>van</strong> Roemer en zijn leger op het huis <strong>van</strong><br />

Moy-aal.’ 4 Nadruk legt hij op het moralizerende karakter <strong>van</strong> het stuk: ‘Een spiegel<br />

der menschelijke dwaasheid, in het lichtzinnig en weeldedronken Amsterdam’,<br />

waarbij Overdiep vermoedelijk meer aan 1615 dan aan 1575 denkt. ‘De ernst en<br />

de deugd <strong>van</strong> eenvoudigen <strong>van</strong> hart en ziel stelt (de dichter) echter daar tegenover,<br />

en in de intrigue ook zijn lichtpunten’, namelijk dat ‘Moy-aal, in eerlijken toorn<br />

ontvlamd, (Writsart) tot besef <strong>van</strong> zijn groote zonde (weet) te brengen’ en dat<br />

Angeniet ‘den brutalen Koenraad (weet) te overbluffen en tot rede te brengen door<br />

haar fantasie over de gruwzame straf, die (Writsart) wacht’.<br />

Dieper dan de schrijvers <strong>van</strong> volledige litteratuurgeschiedenissen kon ook de<br />

<strong>Bredero</strong>-kenner Knuttel gaan. In de inleidende studie waarmee deel III <strong>van</strong> zijn editie<br />

<strong>van</strong> de Werken begint, besteedt hij aan <strong>Moortje</strong> ruim drie bladzijden, die hij later<br />

grotendeels herdrukt in zijn monografie <strong>Bredero</strong>, waarbij alleen een passage over<br />

de identiteit <strong>van</strong> Moy-aal ver<strong>van</strong>gen is 5 . Hij constateert vooruitgang in de ‘aanpassing’<br />

als hij de ‘verbluffend’ geringe en weinig talrijke wijzigingen prijst, waarmee <strong>Bredero</strong><br />

‘toch een hele stap verder’ gaat dan bij -<br />

1 J.L. Walch, Nieuw handboek der Nederlandsche letterkundige geschiedenis (...), tweede druk<br />

(Den Haag, 1947), blz. 313.<br />

2 G.P.M. Knuvelder, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde, vijfde druk,<br />

II (Den Bosch, 1971), blz. 219-220.<br />

3 G.S. Overdiep, ‘<strong>Bredero</strong>'s dramatiek’ in F. Baur (red.), Geschiedenis <strong>van</strong> de letterkunde der<br />

Nederlanden IV (Den Bosch, 1948), blz. 303.<br />

4 G.S. Overdiep, a.w., blz. 304.<br />

5 J.A.N. Knuttel, <strong>Bredero</strong>, poëet en Amsterdammer, tweede druk, herzien door Th. U. de Vries<br />

en J.B. de Klerk (Amsterdam, 1968), blz. 158 vlgg.<br />

G.A. <strong>Bredero</strong>, <strong>Moortje</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!