27.09.2013 Views

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

382<br />

736 ick mostmen omkieren. Stoett tekent aan: om aan het groeten te ontkomen?<br />

Maar ook is mogelijk: om mijn lachen te verbergen, daar de ander zo bril zag.<br />

769 moers volckje. Moers kan afgeleid zijn <strong>van</strong> moer ‘veen’ of <strong>van</strong> moer<br />

‘moeder’, of <strong>van</strong> moer ‘grondsop, heffe’. De denigrerende betekenis <strong>van</strong> ‘slijk’<br />

of ‘heffe’ past hier niet. Moltzer (ed. 1890, II, blz. 44) verklaart de uitdrukking<br />

als: 't kleine volkje (moeders). Stoett (blz. 144) wijst op de verbastering alamoer<br />

de France voor à la mode de Fransche (vs. 768), die b.v. voorkomt in Boertigh<br />

Lied-boeck, nr. XIII, vs. 10 (blz. 81 in de editie in deze reeks) en in<br />

Schyn-heiligh, vs. 2131, en vraagt zich af of het niet een toespeling is op<br />

degenen die alemoer de France dansen.<br />

785 daer kunnen me. Opmerkelijk is de woordorde in deze zin; bij een Hollander<br />

zou men verwachten dat daerme ongescheiden blijft, of dat het eerste lid daer<br />

onmiddellijk op de persoonsvorm volgt en het tweede lid me niet tussen de<br />

infinitieven in komt: Men zou daarmee enz. of Men zou daar een zieke bruid<br />

mee kunnen besparen. V.F. Vanacker (NTg 1970, Van-Haeringennummer,<br />

blz. 144) herinnert eraan dat constructies als We zullen der een keer moeten<br />

voor zorgen en Daar hadden mijn grootvader en mijn grootmoeder altijd zitten<br />

in weven als ‘een <strong>van</strong> de meest typische Zuidnederlandismen’ worden<br />

beschouwd. Al eerder echter had L. Koelmans 17de-eeuwse voorbeelden uit<br />

Hollandse bronnen bijeengebracht <strong>van</strong> het type bontgenoten daer wy ons in<br />

tijt <strong>van</strong> noot wel souden mogen op verlaeten (NTg 1965, blz. 156-165; zie ook<br />

B. <strong>van</strong> den Berg, NTg 1977, blz. 414-421). <strong>Bredero</strong> zelf schrijft aan de Oude<br />

Camer Doch so daar yets sou moghen aen ontbreecken (Stuiveling, Memoriaal,<br />

blz. 112). In vs. 1801/03 <strong>van</strong> <strong>Moortje</strong> schrijft hij: een jongh-gesel (...) al waarmen<br />

sou op bouwen Een Kerck.<br />

788 graeslen. De verklaring <strong>van</strong> Stoett, blz. 145: ‘iemand in het hooiland met<br />

het gemaaide gras bestelpen’ is voor deze plaats te onschuldig. Toepasselijker<br />

is de formulering <strong>van</strong> het WNT (V, kolom 629): ‘Het hart in zinnelijke genietingen<br />

ophalen.’ Verhelderend kan in dit verband het grondwoord graesen zijn.<br />

Wijngaards (Jan Harmens Krul, blz. 203) citeert uit Krul, Cloris en Philida:<br />

Wel Margrietje wat dunckterje <strong>van</strong> dat ick het hoy nou te stal brocht,<br />

En dat ick het op het beun mit jou ien reys versocht,<br />

Ey get, hoe wod ick je graesen, myn dunckt seper, dat ick het al<br />

doen!<br />

Och ick word soo nieuwelyck, Margrietje, ick word soo groen.<br />

Het is niet duidelijk of dít graesen voortleeft in onze uitdrukking iemand te<br />

grazen nemen, die in het WNT ontbreekt.<br />

789 'tPocken. Een zeventiende-eeuwer dacht bij het woord pokken (in onze<br />

tekst, evenals mazelen, een werkwoord, maar dat is in dit verband <strong>van</strong> geen<br />

belang) licht aan syfilis, zeker in een gesprek als dat tussen Kackerlack en<br />

Koenraat. Het WNT IX, kolom 324, geeft een voorbeeld waaruit blijkt dat de<br />

syfilis ook ‘Fransoysche Maselen’ werd genoemd. De onschuldig klinkende<br />

opmerking <strong>van</strong> Koenraat kan<br />

G.A. <strong>Bredero</strong>, <strong>Moortje</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!