27.09.2013 Views

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

70<br />

2158-2161; in deze laatste passage vormen de predikaatsnomina tegenstellingen<br />

(‘vremdelingh’ / ‘burghers kint’, ‘niet geacht’ / ‘seer bemint’), hetgeen geaccentueerd<br />

wordt door de gelijkheid <strong>van</strong> onderwerpen en koppelwerkwoorden, terwijl de slotzin<br />

(vs. 2161), die het voornaamste feit meedeelt, een heel andere vorm heeft nadat<br />

vs. 2160 dit heeft voorbereid door een kleiner afwijking <strong>van</strong> de vorm der onmiddellijk<br />

voorafgegane zinnen. Zinsparallellisme dat het betekeniscontrast tussen vershelften<br />

scherp laat uitkomen biedt vs. 1461: ‘Sy spreeckent uyt haar geest, dees leerent<br />

uyt een rol.’ De alexandrijn leent zich goed voor deze stijlfiguur, men vergelijke<br />

bijvoorbeeld vs. 1391: ‘Ter eender sy de hoop, ter anderer de vrees’; gecombineerd<br />

met een kruiselingse allitteratie levert dit parallellisme de zedelijkheidsapostel Writsart<br />

in zijn tirade tegen zijn gewone gezellinnen deze volmaakte retorische vraag op:<br />

Wat zijn de hoeren meer als fenijn voor de jeucht<br />

En putten des bederfs, en pesten <strong>van</strong> de deucht? (vzn. 1134-1135)<br />

Parallellisme in de vershelften, maar zonder klankherhaling, vertoont de monumentale<br />

versregel 240, waar twee werkwoordelijke uitdrukkingen kruiselings geconstrueerd<br />

zijn:<br />

En weten star noch grondt te schieten noch te peylen.<br />

<strong>Bredero</strong> begaat in <strong>Moortje</strong> de weg, zou men kunnen zeggen, die <strong>van</strong> de rederijkerij<br />

naar Constantijn Huygens voert.<br />

Rijm<br />

De belangstellende toeschouwer merkt al gauw, dat hij met een paarsgewijs rijmend<br />

versdrama te maken heeft; in 1615 zal hij ook niet anders verwacht hebben. Het<br />

rijm lijkt heel regelmatig: ieder mannelijk rijmpaar wordt gevolgd door een vrouwelijk.<br />

Pas in vs. 596 hoort men een onregelmatigheid: het paar versluymt / versuymt wordt<br />

gevolgd door het eveneens mannelijke verspeelt / verbourdeelt. Een nieuwe afwijking<br />

doet zich voor in vs. 657, en nogmaals in vs. 668 en vs. 735, namelijk een derde<br />

rijmende versregel. Maar eer deze laatste onregelmatigheden zijn aandacht trokken,<br />

heeft de toeschouwer iets nieuws opgemerkt, of, als hij tot de kamerbroeders <strong>van</strong><br />

<strong>Bredero</strong> hoort, iets ouds. Te<br />

G.A. <strong>Bredero</strong>, <strong>Moortje</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!