27.09.2013 Views

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

74<br />

een acteur met een onverwachte klankherhaling wel degelijk de gewenste extra<br />

klem aan zijn woorden geven: dat geldt in het bijzonder voor de uitbarsting <strong>van</strong><br />

Angeniet, vzn. 2475-2480. Daar worden de eindrijmwoorden huyt en uyt, die met<br />

hun in het rijm weinig frekwente uy-klank naar het scheldwoord schavuyt leiden,<br />

gesteund door de uy <strong>van</strong> guytery in vs. 2478.<br />

<strong>Bredero</strong> toont zich in <strong>Moortje</strong> de virtuoze rijmer die we uit zijn andere werk kennen.<br />

Het populaire middenrijm, het dikwijls vermakelijke dubbelrijm versmaadt de<br />

humanist-uit-de-tweede-hand niet. Opmerkelijk is niet zozeer dat hij zich<br />

onregelmatigheden veroorlooft, als wel dat er soms aanzienlijke stukken zonder<br />

onregelmatigheden zijn.<br />

Metriek<br />

De toeschouwers, althans de broeders-kameristen, moeten bij de première in 1615<br />

duidelijk gemerkt hebben dat er in het <strong>Moortje</strong>, evenals in Rodd'rick en Griane,<br />

verschillende typen verzen gesproken werden. Wel kwamen de passages in<br />

zeslettergrepige verzen, die men zich uit die stukken kan hebben herinnerd, ditmaal<br />

evenmin voor als koor- of sololiederen in diverse dichtvormen 1 , maar ieder moet het<br />

onderscheid hebben kunnen horen tussen de dialogen in ‘Franse maat’ waarmee<br />

het stuk begon en de vertrouwde rederijkersverzen waarin Kackerlack zich liet gaan<br />

toen hij het marktgedoe beschreef in II. Ruwweg kunnen we zeggen dat de passages<br />

in wat men - niet helemaal juist - vrije verzen pleegt te noemen, de volgende zijn:<br />

639-739<br />

1478-1533<br />

1999-2073<br />

2202-2296<br />

2302-2402<br />

2585-2694<br />

het beschrijvende gedeelte <strong>van</strong> het relaas <strong>van</strong> Kackerlack;<br />

het jongeluisgesprek <strong>van</strong> de vorige dag, weergegeven<br />

door Reynier;<br />

de monoloog <strong>van</strong> de beschonken Frederyck en zijn<br />

a<strong>van</strong>ces tegenover Angeniet;<br />

de militaire voorbereidingen voor het huis <strong>van</strong> Moy-aal;<br />

de daaruit voortvloeiende discussie;<br />

de herinneringen <strong>van</strong> Geertruy.<br />

1 Het lied ‘Moy Aeltjen is't soo haest vergheten’ (Groot Lied-boeck, blz. 319-321 in deel I <strong>van</strong><br />

onze uitgave) past in de situatie <strong>van</strong> het 1ste bedrijf, maar - misschien ook naar <strong>Bredero</strong>'s<br />

oordeel - minder goed bij de stijl <strong>van</strong> het stuk.<br />

G.A. <strong>Bredero</strong>, <strong>Moortje</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!