27.09.2013 Views

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

83<br />

Het eindoordeel 1 wijst zowel een totaal ongunstig vonnis <strong>van</strong> Jeronimo de Vries als<br />

een bovenmatige lofprijzing <strong>van</strong> Willem de Clercq af. ‘De geheele zeventiende<br />

eeuw’, zegt de (latere) Leidse hoogleraar, - die een tijdgenoot <strong>van</strong> Carel Vosmaer<br />

was, - generaliserend, ‘had zich nog te weinig rekenschap <strong>van</strong> 't innigst wezen der<br />

klassieke kunst gegeven’ en ‘<strong>Bredero</strong>'s onderneming’ was ‘reeds <strong>van</strong> den beginne<br />

tot schipbreuk veroordeeld.’ Maar door de ingevoegde ‘Verhalen’ worden er ‘eenige<br />

opmerkelijke lichttinten’ aan bijgezet, en wordt het als ‘zijne eigenaardige taak’<br />

getoond, zegt de (latere) realistische romanschrijver en correspondent <strong>van</strong> Emile<br />

Zola, ‘naar de vrije inspiratie zijner kostelijke gaaf, eene altijd frissche, welgelijkende<br />

schilderij <strong>van</strong> het leven zijner dagen aan het nageslacht over te leveren.’<br />

De volgende handboekschrijvers wijken in hun beoordeling even weinig <strong>van</strong> het<br />

pionierswerk <strong>van</strong> Ten Brink af als hun voorganger Jonckbloet had gedaan. Kalff<br />

prijst de ‘uitweidingen en invoegsels’, al zijn ze niet ‘alle ter snede aangebracht’ 2 .<br />

Te Winkel, die veel nadruk legt op de onwaarschijnlijkheden die de verplaatsing <strong>van</strong><br />

Athene naar Amsterdam heeft meegebracht, en vindt dat het verschil tussen Moy-aal<br />

en Thais het stuk ‘platter’ heeft gemaakt dan het origineel, looft alweer alleen de<br />

‘uitvoerige tusschenvoegsels, die weliswaar aan de kunsteenheid <strong>van</strong> het stuk<br />

schade toebrengen, maar waarin met groot talent en veel geest de eigenaardigheden<br />

<strong>van</strong> het Amsterdamsche leven (<strong>van</strong> <strong>Bredero</strong>'s) dagen geteekend zijn 3 .’ Prinsen is<br />

vooral verdedigend. Al ‘mag de opzet <strong>van</strong> het stuk wat te Romeinsch gebleven zijn,<br />

meesterlijk heeft <strong>Bredero</strong> hier toch het Amsterdam <strong>van</strong> zijn tijd in den wilden<br />

zinneroes, die met zijn krachtige levensuiting moest gepaard gaan, uitgebeeld.’ De<br />

personages komen Prinsen niet zo anachronistisch voor: ‘Zoo waren er wel<br />

Amsterdamsche jongens en snollen in het begin der 17de eeuw.’ 4 Walch<br />

daarentegen, die duidelijk geniet <strong>van</strong> de ‘oudvaderlandsche plastische verhalen’,<br />

pikt de ‘tafelschuimer’, - ‘niet den indruk (makend) als zoodanig aan de vaderlandsche<br />

werkelijkheid te zijn ontleend’ - eruit als voorbeeld <strong>van</strong> de bestanddelen waardoor<br />

<strong>Moortje</strong> ‘toch niet<br />

1 A.w., III, blz. 180-181.<br />

2 G. Kalff, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde IV (Groningen 1909), blz. 168.<br />

3 J. te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde, 2de druk (Haarlem 1923),<br />

III, blz. 177.<br />

4 J. Prinsen JLzn., Handboek tot de Nederlandsche letterkundige geschiedenis, derde druk<br />

(Den Haag 1928), blz. 283.<br />

G.A. <strong>Bredero</strong>, <strong>Moortje</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!