27.09.2013 Views

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

378<br />

hebbe, an het welcke niet en twijfelt ... Uwen Vrunt G.A. <strong>Bredero</strong>’. In deze<br />

constructie is de ondertekening onderw. <strong>van</strong> twijfelt; zoals bij <strong>Bredero</strong> vaak<br />

voorkomt, staat dit in de voorwerpsvorm (Van der Veen, par. 2). Het object bij<br />

twijfelt is (an) het welcke, maar aan het einde <strong>van</strong> de zin heeft Br. een overtollig<br />

tweede object toegevoegd, nl. dat ghy sult doen. In deze zin ontbreekt een lijd.<br />

vw. bij doen, nl. dat: dat ghy dat sult doen. Het is een <strong>van</strong> de gevallen <strong>van</strong><br />

haplologie in deze tekst (vgl. b.v. de vzn. 1225 en 3246). Het is zeer wel<br />

mogelijk, dat Br. op dit punt gekomen het zicht op de constructie, waarin de<br />

ondertekening onderw. bij twijfelt zou zijn, kwijt geraakt was en dat hij die ten<br />

slotte heeft laten fungeren als belanghebbend vw. bij doen: dat ghy (dat) sult<br />

doen (jegens) uwen ... Vrunt G.A. <strong>Bredero</strong>. Daarin zou dan terecht de datiefvorm<br />

staan. (B.C.D.)<br />

<strong>Moortje</strong><br />

7 en set my toot op toot. Toot is het vooruitstekend deel <strong>van</strong> iets (vgl. tuit en<br />

toet). Gedacht zal hier moeten worden aan het spottend vooruitsteken <strong>van</strong> de<br />

mond, ev. het uitsteken <strong>van</strong> de tong om iemand te honen. Kiliaen verklaart de<br />

tote setten als auriculas asini imitari, dus honen door ezelsoren na te bootsen.<br />

Zie F. Claes, Kiliaans Etymologicum <strong>van</strong> 1599 (Den Haag, 1972), blz. 564.<br />

49 <strong>van</strong> te gaan. De constructie <strong>van</strong> te + infinitief, thans als gallicisme beschouwd<br />

(Overdiep, Stil. Gramm. blz. 146 noot 1; WNT XVIII kolom 402 en 405) en in<br />

Nederland ongebruikelijk, is bij verscheiden 16de- en 17de-eeuwse auteurs te<br />

vinden (WNT XVI, kolom 1097).<br />

182 koopje geen glas. Verklaard door Stoett, NTg XXIX (1935), blz. 377-378;<br />

zie voorts A.C. Crena de Iongh, G.C. <strong>van</strong> Santen's Lichte Wigger en Snappende<br />

Siitgen (Assen 1959), blz. 188.<br />

229 Aesopus hondt. De fabel <strong>van</strong> de hond met een bot in zijn bek, die de<br />

weerspiegeling daar<strong>van</strong> in het water ziet en ernaar hapt, zodat hij zijn bot<br />

verliest, bij Vondel, Warande der Dieren nr. CXVII (W.B. I, blz. 751); ook in de<br />

Esopet, ed. G. Stuiveling (Amsterdam 1965), II, blz. 8.<br />

245 laagh. Blijkens het WNT VIII, eerste stuk, kolom 829, kan met laagh de<br />

batterij aan één zijde <strong>van</strong> het schip bedoeld zijn, of wel de schoten, daaruit<br />

‘gelijktijdig gelost’. De zeerovers geven dus de Spanjaarden de volle laag; ter<br />

zyen zal wel betrekking hebben op het beschoten schip, want dat het vurende<br />

uit zijn ‘zye’ schiet, spreekt <strong>van</strong>zelf.<br />

257 nieten mydt. Een mijt was een klein muntje, minder dan een penning.<br />

Nieten mydt kan dus gebruikt zijn zoals geen duit, geen cent, nl. in de<br />

overdrachtelijke betekenis <strong>van</strong> ‘niets’. Een mijt is evenwel ook een klein<br />

spinachtig insekt, de betekenis ‘niets, geen steek’ zou dus ook <strong>van</strong> deze tweede<br />

grondbetekenis kunnen worden afgeleid. (Dat de twee woorden etymologisch<br />

identiek zijn, kan hier buiten be-<br />

G.A. <strong>Bredero</strong>, <strong>Moortje</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!