27.09.2013 Views

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

57<br />

dan ook aan Pythias. <strong>Bredero</strong> sloot zich zowel bij Bourlier (96 r o ) aan als bij Van<br />

Ghistele (F iv v o ), die beiden Ter. Eun. 856 b-858 a toekenden aan Thaïs.<br />

Enkele misverstanden in <strong>Bredero</strong>'s bron zijn te wijten aan nog onvoldoende kennis<br />

<strong>van</strong> het idioom der Romeinse comici bij de zestiende-eeuwse latinisten. Het heerlijke<br />

gebruik dat <strong>Bredero</strong> gemaakt heeft <strong>van</strong> het veronderstelde blauwbekken <strong>van</strong><br />

Koenraat is al vermeld (blz. 51). In III, 2 betoont Kackerlack zich een panlikker door<br />

(bij herhaling) te vragen wanneer men nou eindelijk gaat eten, waarmee hij zich de<br />

verachting - in terzijdes geuit - <strong>van</strong> Koenraat op de hals haalt. In het Frans vinden<br />

we ‘à le voir seulement, tu dirois que cestuy-cy est né de mon homme que voila’<br />

(B., 75 r o ), hij ziet dus de gelijkenis tussen de gulzige Gnato en de begerige Thraso.<br />

Tegenwoordig is men er wel achter, dat het Latijn een vraag bevat: Ex homine hunc<br />

natum dicas? (Ter., Eun. 460) ‘Zou je zeggen dat dit wezen uit een mens geboren<br />

is?’ De Triplex en Bourlier vatten ex homine op als ‘uit die kerel’, dus: Gnato een<br />

zoon <strong>van</strong> Thraso. Vandaar de spot en minachting <strong>van</strong> Koenraat voor het soort<br />

platterts waar die twee toe horen: ‘het is een volck dat op malkander past’ (vs. 1299).<br />

Van Ghistele geeft kleur aan zijn weergave: ‘Tschijnt God heeft den eenen/ wt den<br />

anderen gescapen Sy passen op een so Mampa/ op zijn fluyte’ (C vj v o ).<br />

Ook het volgende voorbeeld zegt niets ten nadele <strong>van</strong> <strong>Bredero</strong>'s taalkennis,<br />

integendeel. Als de wraak <strong>van</strong> Roemert in IV, 7 Moy-aal dreigt, zal Frederyck haar<br />

beschermen en haar huis verdedigen. Hij trekt de vijand tegemoet, met instructies<br />

en aanmoedigingen <strong>van</strong> de vrouw des huizes. Ze roept hem nog na: ‘Vryer hem! u<br />

Mantel valt <strong>van</strong> 't lijf’ (vs. 2195). Dat klinkt helemaal in overeenstemming met de<br />

scène. In het Frans staat er: ‘Leuez en haut vostre manteau’ (B., 91 r o ) en inderdaad,<br />

het beeld <strong>van</strong> de jonkman die vlak na een copieus maal vrouwen gaat beschermen<br />

tegen optrekkende vijanden, wordt extra belachelijk als iemand roept: ‘Je kleren<br />

zakken af!’ Maar de woordenboeken en commentaren leren ons dat Attolle pallium<br />

(Ter. Eun. 769) wil zeggen: ‘bereid tot u tot de strijd!’ en dit krijgt pas zijn ironische<br />

waarde door de bezorgde volzin die Thaïs erop laat volgen. De spot die Moy-aal<br />

ten beste geeft en die uitgelokt is door de mantel die opgehesen moet worden,<br />

verschilt hemelsbreed <strong>van</strong> de verzuchting die haar Franse voorbeeld slaakt: ‘ie suis<br />

perdue, cestui mesme a besoing d'auocat, lequel i'appreste & pren pour mon<br />

defenseur’ (B., 91 r o ). Telkens weer zien we hoe <strong>Bredero</strong> maar een half woord nodig<br />

heeft om tot een ontlading te komen waar niets <strong>van</strong> in zijn bron staat.<br />

Eigen vertaalfouten treffen we in dit werk <strong>van</strong> <strong>Bredero</strong> niet aan; ze waren ook<br />

G.A. <strong>Bredero</strong>, <strong>Moortje</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!