27.09.2013 Views

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Aantekeningen<br />

Opdracht<br />

377<br />

2 uwe E. Wanneer in dit soort formules een E. staat en niet b.v. Edt., is niet te<br />

zeggen of men te doen heeft met een afkorting <strong>van</strong> Edele, dan wel <strong>van</strong> Edelheidt<br />

(vgl. WNT XVII, derde stuk, kolom 18). Het is ook de vraag of de schrijver zelf<br />

er zich rekenschap <strong>van</strong> gaf; men zei waarschijnlijk uwee. Op deze plaats kan<br />

uiteraard de groepsgenitief uwe Edelheids bedoeld zijn. In het vervolg <strong>van</strong> de<br />

opdracht bezigt <strong>Bredero</strong> ook Groot-achtbaarheyt en Heerlyckheyt in<br />

beleefdheidsformules.<br />

15 De Mannen en Meesteren <strong>van</strong> verscheyden spraken zullen wel lieden als<br />

Scriverius en Grotius zijn, die werken aan Van Dijck hadden opgedragen.<br />

Misschien moet de treffelycke wercken en hooghe vereeringhe dan ook worden<br />

opgevat als een hendiadis: ‘de hoge achting die blijkt uit de uitmuntende<br />

werken’.<br />

27 citaat. In Seneca's De beneficiis vindt men het geciteerde in de hoofdstukken<br />

7 § 1, 9 § 2 en 8 § 1 <strong>van</strong> het eerste boek. Het werk was door Coornhert in het<br />

Nederlands vertaald: Lucius Annaeus Seneca <strong>van</strong>den weldaden ... (1562).<br />

Reden aande latynsche-geleerde<br />

19 eenparich ghekleet. Het tweede lid <strong>van</strong> eenparich is verwant met het w.w.<br />

baren = dragen. De vergelijking <strong>van</strong> de taal met een kleed evenzo in Duyfkens<br />

ende Willemynkens pelgrimage <strong>van</strong> Boethius a Bolswert (1ste druk 1627), ed.<br />

H.J.A. Ruys, Utrecht 1910, blz. 248: ‘Waerom wilt ghy dan uytheemsche<br />

woorden leenen, ende die daer onder brabbelen? houdende dat voor cieraet,<br />

ghelijck oft een goedt kostelijck eenparich kleedt verciert conde worden met<br />

allerhande ghekleurde lappen daer op te plecken.’<br />

77 dat ghy sult doen. Het ontbreken <strong>van</strong> een punt achter doen doet<br />

veronderstellen, dat de ondertekening, evenals dat in de brieven <strong>van</strong> Hooft<br />

vaak het geval is, als (zins)deel <strong>van</strong> de slotzin beschouwd moet worden. Met<br />

deze constatering is de syntactische structuur er<strong>van</strong> echter nog niet voldoende<br />

opgehelderd. In verkorte vorm luidt de slotzin: ‘ick bidde u, dat ghy my wilt<br />

ontschuldighen, dat ick ...<br />

G.A. <strong>Bredero</strong>, <strong>Moortje</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!