27.09.2013 Views

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

88<br />

Bijna een halve eeuw later, in hetzelfde jaar 1931 waarin de standaardeditie <strong>van</strong><br />

Stoett verschenen is, heeft het Rotterdamsch-Hofstadtooneel het stuk op het<br />

repertoire genomen, onder Dick <strong>van</strong> Veen als regisseur en met de onvergetelijke<br />

Fien de la Mar als Moy-aal. Een recensent 1 roemt het ‘uitstekend bezet gezelschap,<br />

dat voor een magnifieke vertolking heeft gezorgd’ en het raffinement in stem, houding<br />

en gebaar <strong>van</strong> de hoofdrolspeelster. De heren (Louis <strong>van</strong> Gasteren als Roemert,<br />

Louis Gimberg als Kackerlack, Eduard Palmers als Ritsart, Jan <strong>van</strong> Ees als<br />

Frederyck) hadden door hun stemmiddelen nog een voorsprong op haar, maar<br />

niettemin eiste het volgen <strong>van</strong> de tekst veel moeite, de toeschouwers ontging veel.<br />

De coupures waren niet om fatsoensredenen aangebracht; onder meer werd het<br />

ijsverslag <strong>van</strong> Lambert overgeslagen.<br />

Een grote gebeurtenis is de vertoning <strong>van</strong> <strong>Moortje</strong> in het Holland-Festival <strong>van</strong><br />

1957 geweest. Ton Lutz had als regisseur spelers uit ieder gezelschap mogen<br />

kiezen en zelfs de operazanger geworden Hans Kaart bereid gevonden, die als<br />

Falstaff-achtige Kackerlack een <strong>van</strong> de sterren <strong>van</strong> de (vijftien) avonden was. Alle<br />

in aanmerking komende critici roemen voorts Myra Ward als Moy-aal en Nell Koppen<br />

als Angeniet, Guus Hermus als Roemert, Paul Steenbergen, <strong>van</strong> wie het initiatief<br />

afkomstig was, als Koenraadt, Coen Flink als Ritsart, Magda Janssens als Geertruy;<br />

in elke speler is wel iets bijzonders te prijzen. Het moet een uniek moment zijn<br />

geweest, toen onder carillon-gebeier het doek zich opende en het verrassende<br />

decor <strong>van</strong> Nicolaas Wijnberg zichtbaar werd: een bevroren Amsterdamse gracht,<br />

rechts en links een terrasje en treden, rechts voerend naar het huis <strong>van</strong> Moy-aal,<br />

links naar een hogere wallekant, middenachter een bruggetje (een ‘sluis’), boven<br />

alles uit, op het achterdoek, herkenbare Amsterdamse torenbekroningen. 2 .<br />

De eerste vier bedrijven waren saamgevoegd tot twee, de speelduur bekort tot<br />

een kleine drie uur. Juist in de ingevoegde verhalen, behalve in zijn eigen rol <strong>van</strong><br />

Lambert, had Ton Lutz weinig of niets geschrapt, en het is opmerkelijk dat het die<br />

eigen bijdragen <strong>van</strong> <strong>Bredero</strong> waren, die door de recensenten eenstemmig als<br />

hoogtepunten werden genoemd; een hunner spreekt <strong>van</strong> one-man's-shows. De<br />

taal, ‘als door een wonder begrijpelijk geworden’, de Oudhollandse sfeer, die bij<br />

velen namen als Teniers, Steen, Van Ostade, Bruegel, Avercamp opriep, de<br />

1 Leidsch Dagblad, 8 december 1931; ook geraadpleegd Virtus Concordia Fides, Orgaan <strong>van</strong><br />

het Leidsch Studentencorps, 15 december 1931.<br />

2 Afgebeeld in Ben Albach, Duizend jaar toneel in Nederland (Bussum, 1965), foto nr. 11.<br />

G.A. <strong>Bredero</strong>, <strong>Moortje</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!