27.09.2013 Views

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

379<br />

schouwing blijven.) Immers ook de zier uit geen zier ‘niets’ is een klein diertje.<br />

Voor de eerste opvatting pleit, dat al in de 16de eeuw voorkomt: ‘Voor hem<br />

ben ick vervaert niet een Hollantsche mijt’ (WNT IX kolom 724), hetgeen immers<br />

duidelijk op een munt doelt.<br />

258 schroefse moet wel een imperfectum bevatten, zo tussen kwam, nam en<br />

spuitte: schroefde ze > schroefd'se > schroefse; het vrouwelijke pers. vnw. bij<br />

het masculinum duym is in het 17de-eeuwse Hollands niets ongewoons, vgl.<br />

vs. 221, 343.<br />

366 Hoe wel ter. Het is mogelijk dat tussen Hoe wel en ter een onderwerp 't<br />

onhoorbaar is geworden. Maar de volgende bijzin (vzn. 367-369a) kan ook als<br />

onderwerp bij vs. 366 dienen; in dat geval hebben we 't niet nodig, maar is er<br />

wel een apokoinouconstructie in het spel.<br />

371 de stadts Speel-lieden. Men kon zijn geliefde zelf een aubade brengen,<br />

maar ook muzikanten huren. Ter Gouw, De Volksvermaken, 43, deelt mee dat<br />

de stad zes speellieden had aangesteld, die men huren kon.<br />

387 op nu. Het WNT (XI, kolom 282) noemt geen andere vergelijkbare<br />

woordgroepen dan op heden, op morgen en op gisteren. Het enige voorzetsel<br />

waardoor nu wordt voorafgegaan volgens WNT IX, kolom 2195, is <strong>van</strong>. Is op<br />

nu in de verklaring <strong>van</strong> Ritsart misschien wat plechtiger of formeler dan nu zou<br />

zijn geweest?<br />

520 Ces. Aldus Stoett (blz. 125); een bruikbaarder term dan ‘acte <strong>van</strong><br />

faillietverklaring’, dat hij in zijn Gloss. ontleent aan WNT III, tweede stuk, kolom<br />

2001.<br />

521 's Keysers kuer. Vgl. Kluchten, ed. J.C. Daan, blz. 217, noot bij Koe vs.<br />

43, en Spaanschen Brabander, ed. C.F.P. Stutterheim, blz. 66-68 en 323.<br />

Stoett citeert uit Joost de Damhouderes Practycke ende handbouck in criminele<br />

zaken (Leuven, 1555) eenzelfde wens ten aanzien <strong>van</strong> bankroetiers.<br />

522 Dit gebruik <strong>van</strong> dat, waar wij en dat, en dat wel zouden verwachten, komt<br />

b.v. ook voor in vs. 2729 en voorts in Lucelle vs. 1402, Stommen Ridder vs.<br />

654, Spaanschen Brabander vs. 811 en Schyn-Heylich vs. 2041. Het WNT III,<br />

tweede stuk, kolom 2513, citeert enigszins verrassend de vzn. 521-522 als<br />

eerste voorbeeld <strong>van</strong> het versterkende of preciserende gebruik <strong>van</strong> En dat.<br />

526 De -er-uitgang <strong>van</strong> schoonder is niet die <strong>van</strong> de comparativus, maar die<br />

<strong>van</strong> de tweede naamval vrouwelijk, oorspronkelijk vereist achter wat. Hier heeft<br />

de uitgang dus niets opmerkelijks, maar hij werd ook bij mannelijke en onzijdige<br />

substantiva gebruikt na dit uitroepende wat. (Weijnen, Zev. Taal, blz. 46.) Een<br />

voorbeeld in vs. 1188. Hierover: P.C. Paardekooper, ‘wat vriendelijker schijn’,<br />

NTg LXIII (= 1970), blz. 15-17, en L. Koelmans, ‘Wat twivelsamer licht’, ald.<br />

blz. 299-300.<br />

530 over sta(a)ch gaan: plotseling door de wind gaan; wanneer dit onbedoeld<br />

gebeurde, betekende het een ongunstige koersverandering, waardoor men<br />

inde ly kon komen te liggen, b.v. onder de wind ten opzichte <strong>van</strong> een vijand,<br />

dus in het nadeel.<br />

534 bereydt. Stoett wijst (Gloss. op bereydt) op Van Manders Grondt der Edel<br />

Vry Schilderconst cap. I str. 48 (Schilder-Boeck 1604, Fol. 5 r o ): ‘Hebt acht op<br />

...<br />

G.A. <strong>Bredero</strong>, <strong>Moortje</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!