27.09.2013 Views

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

43<br />

had, stond centraal de eis dat zijn Amsterdamse publiek erdoor geboeid zou kunnen<br />

worden. Daarom verplaatst hij de handeling naar Amsterdam en naar het jonge<br />

verleden. Vandaar de ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> eigennamen, de vele Amsterdamse<br />

straatnamen, de toespelingen niet alleen op plaatselijke instellingen en gewoonten<br />

maar ook op de oorlog tegen Spanje. Maar in de eerste plaats: de ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong><br />

de eunuch door een Afrikaanse slavin. De titel <strong>van</strong> het stuk werd hierdoor<br />

onherkenbaar, de oorspronkelijke werd misschien ook om deze reden zo groot op<br />

het titelblad aangebracht. En toch, op de getrouwheid <strong>van</strong> de vertaling heeft juist<br />

deze ver<strong>van</strong>ging weinig invloed gehad. Vermeldenswaard is dat in de Moorse slavin,<br />

die Ritsart voor Moy-aal heeft gekocht, twéé geschenken uit het oorspronkelijke<br />

stuk versmolten zijn: een vrouw ‘du païs d'Ethiopie’ (Bourlier, 75 v o ) en de ‘Eunuque’.<br />

Ook Ledoux, in zijn Italiaanse adaptatie (zie blz. 20-23), heeft deze versmelting<br />

aangebracht; of <strong>Bredero</strong> daar<strong>van</strong> geweten heeft, is niet vast te stellen. <strong>Bredero</strong> heeft<br />

in de scène <strong>van</strong> het aanbieden <strong>van</strong> het pseudo-<strong>Moortje</strong> kans gezien, nog een<br />

combinatie aan te brengen. Als de Ethiopische vertoond wordt, hoont Thraso: ‘Il y<br />

a icy trois mines.’ Gnato vindt dat hoog geschat: ‘A grand peine’ (B., 75 v o ). Maar<br />

als de vermomde Cherea uit het buurhuis komt en voorgesteld wordt, moet Thraso<br />

toegeven: ‘Ainsi me puisse Dieu aimer, il est beau & gentil.’ In <strong>Moortje</strong> moesten die<br />

zo verschillende beoordelingen betrekking hebben op een en dezelfde persoon.<br />

Dat maakt <strong>Bredero</strong> heel aanvaardbaar door de honende taxaties te laten uitspreken<br />

als Roemert en Kackerlack Writsart nog niet gezien hebben (vzn. 1314-1315), zodat<br />

de betekenis niet meer is dan: ‘'t Zal me wat zijn!’ Dat Roemerts vooroordeel plaats<br />

maakt voor belustheid (vzn. 1132-1133) zodra hij de aanwinst met eigen ogen<br />

aanschouwt, heeft niets onaannemelijks. (We dienen in dit verband misschien te<br />

bedenken dat in <strong>Bredero</strong>'s tijd vrouwenrollen door mannen gespeeld werden en de<br />

verklede Writsart ook daardoor op het publiek de indruk kon maken een vrouw te<br />

zijn.)<br />

Daarentegen is in IV, 4 <strong>Bredero</strong> er niet helemaal in geslaagd, de juiste<br />

voornaamwoorden te gebruiken bij het ‘verhoor’ <strong>van</strong> Negra, de echte Angolese<br />

slavin. In IV, 4 haalt Ritsart haar uit zijn vaders huis, zodat de twee dienstmeisjes<br />

<strong>van</strong> Moy-aal de vermoedelijke dader zullen kunnen identifiëren. Hij weet dat Negra<br />

een slavin is, Angeniet en Klaartje Klonters houden haar - zolang ze haar nog niet<br />

goed gezien hebben - voor de verkrachter <strong>van</strong> Katryntje. Het is dus normaal, dat in<br />

vzn. 1893-1897 Ritsart haar aanduidt met ‘Sy’, ‘se’ en ‘huer’, terwijl Angeniet ‘hy’<br />

en ‘hem’ gebruikt, evenals Klaartje. 't Is vreemd dat Ritsart in vzn. 1902-1908<br />

overgaat op ‘hem’ en ‘hy’, begrijpe-<br />

G.A. <strong>Bredero</strong>, <strong>Moortje</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!